16. erinnert daran, dass Demokratie auf der uneingeschränkten Achtung der Menschenrechte und der Grundfreiheiten basiert sowie auf der uneingeschränkten Anwendung des Grundsatzes der Rechtmäßigkeit und der Rechtstaatlichkeit; fordert die Mitgliedstaaten und die Organe der Europäischen Union daher auf zu gewährleisten, dass die Bestimmungen der internationalen Verträge über die Menschenrechte, insbesondere die Europäische Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten (EMRK) und die dazugehörigen Protokolle sowie ihre betreffenden Verfassungen und Rechtvorschriften vollständig eingehalten werden;
16. wijst er nogmaals op dat de democratie gebaseerd is op volledige eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, op volledige uitvoering van de beginselen der wettigheid en op de rechtstaat; verzoekt de lidstaten en instellingen van de EU dan ook de volledige naleving van de bepalingen van de internationale verdragen inzake de mensenrechten, met name het Europees Verdrag betreffende de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en de protocollen daarbij, te waarborgen in combinatie met hun respectieve grondwetten en wetten;