Nach der Abänderung durch den angefochtenen Artikel 5 bestimmt Artikel 28 des Gesetzes vom 11. Januar 1993: « Vermuten in den Artikeln 2 § 1, 3 und 4 erwähnte Institute und Personen, dass ei
n Vorgang oder eine Transaktion mit dem Waschen von Geldern zusammenhängen könnte, die aus organisierter oder
nicht organisierter schwerer Steuerhinterziehung stammen, benachrichtigen sie unverzüglich schriftlich oder auf elektronischem Weg das Büro für die Verarbeitung finanzieller Informationen; diese B
...[+++]enachrichtigung erfolgt ebenfalls, sobald sie mindestens einen der Indikatoren entdecken, die vom König durch einen im Ministerrat beratenen Erlass festgelegt werden.
Na de wijziging bij het bestreden artikel 5 bepaalt artikel 28 van de wet van 11 januari 1993 : « Wanneer de in de artikelen 2, § 1, 3 en 4 beoogde instellingen en personen vermoeden dat een feit of een verrichting verband kan houden met witwassen van geld afkomstig uit ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, brengen zij onmiddellijk schriftelijk of elektronisch dit ter kennis van de Cel voor financiële informatieverwerking, inclusief van zodra zij minstens een van de indicatoren opsporen die de Koning vastlegt bij in Ministerraad overlegd besluit.