Aus den unter B.4.2.3 dargelegten Gründen hindert nichts das beratende Organ daran, im Rahmen eines Disziplinarverfahrens eine strengere Strafe vorzuschlagen als die, die der zur Verhängung der Strafe befugte Korpskommandant vorgeschlagen hat.
Om de redenen uiteengezet in B.4.2.3, verhindert niets het raadgevend orgaan in het kader van een tuchtprocedure een zwaardere straf voor te stellen dan die welke door de korpscommandant, bevoegd voor het uitspreken van de straf, werd voorgesteld.