Traduction de « staatsanwaltschaft abhängen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

von schroffen Abhängen begrenzte Straße
weg langs een steile berghelling

Abhängen eines Fahrzeuges | Abkuppeln eines Fahrzeuges | Entkuppeln eines Fahrzeuges
afkoppelen van een voertuig

funktional abhängen
functioneel afhangen

Staatsanwaltschaft [ Anklagevertreter | Staatsanwalt ]
openbaar ministerie [ parket | staande magistratuur ]

Staatsanwaltschaft
openbaar ministerie

Mitglied der Staatsanwaltschaft
ambtenaar van het openbaar ministerie

Regelungsauschuss der Gerichtspolizei bei der Staatsanwaltschaft
Regelingscomité van de gerechtelijke politie bij de parketten

Beamter der Kriminalpolizei bei der Staatsanwaltschaft (1) | Kriminalbeamte im Auftrag der Justiz (2)
lid van de Gerechtelijke Politie bij de Parketten

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

3. « Verstösst Artikel 524bis § 1 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Bestimmungen von Artikel 13 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem er das Anordnen einer Sonderuntersuchung bezüglich der in den Artikeln 42 Nr. 3 und 43bis des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Vermögensvorteile von einem Antrag der Staatsanwaltschaft abhängen lässt, was dazu führen kann, dass die Zivilpartei gegen ihren Willen dem zuständigen, unparteiischen und unabhängigen Richter entzogen würde, den ihr das Gesetz in bezug auf die Entscheidung hinsichtlich einer Sonderuntersuchung bezüglich des Vermögens und einer eventuellen Einziehung mit Zuweisung an die Zivilpartei zuweist?
3. « Schendt artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van Strafvordering de bepalingen van artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met artikel 6 EVRM en artikel 14 BUPO doordat het bevelen van een bijzonder onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen afhankelijk wordt gesteld van een vordering van het openbaar ministerie, wat tot gevolg kan hebben dat de burgerlijke partij tegen haar wil zou worden afgetrokken van de bevoegde, onpartijdige en onafhankelijke rechter die de wet haar toekent met betrekking tot de beslissing over een bijzonder vermogensonderzoek en een eventuele verbeurdverklaring met toewijzing aan de burgerlijke partij ?

3. « Verstösst Artikel 524bis § 1 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Bestimmungen von Artikel 13 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem er das Anordnen einer Sonderuntersuchung der in den Artikeln 42 Nr. 3 und 43bis des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Vermögensvorteile von einem Antrag der Staatsanwaltschaft abhängen lässt, was dazu führen kann, dass die Zivilpartei gegen ihren Willen dem zuständigen, unparteiischen und unabhängigen Richter entzogen würde, den ihr das Gesetz in bezug auf die Entscheidung anlässlich einer Sonderuntersuchung des Vermögens und einer eventuellen Einziehung mit Zuweisung an die Zivilpartei zuweist?
3. « Schendt artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van strafvordering de bepalingen van artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met artikel 6 EVRM en artikel 14 BUPO doordat het bevelen van een bijzonder onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en 43bis van het Wetboek van strafvordering bedoelde vermogensvoordelen afhankelijk wordt gesteld van een vordering van het openbaar ministerie, wat tot gevolg kan hebben dat de burgerlijke partij tegen haar wil zou worden afgetrokken van de bevoegde, onpartijdige en onafhankelijke rechter die de wet haar toekent met betrekking tot de beslissing over een bijzonder vermogensonderzoek en een eventuele verbeurdverklaring met toewijzing aan de burgerlijke partij ?

4. « Verstösst Artikel 524bis § 1 des Strafprozessgesetzbuches gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem er das Anordnen einer Sonderuntersuchung bezüglich der in den Artikeln 42 Nr. 3 und 43bis des Strafgesetzbuches bestimmten Vermögensvorteile von einem Antrag der Staatsanwaltschaft unter Ausschluss der Zivilpartei abhängen lässt, was dazu führen kann, dass die öffentliche Partei wohl und die Zivilpartei nicht ihre Interessen vertreten kann, abhängig von Opportunitätserwägungen der Staatsanwaltschaft?
4. « Schendt artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van Strafvordering het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel zoals gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14 BUPO, doordat het bevelen van een bijzonder onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen afhankelijk wordt gesteld van een vordering van het openbaar ministerie met uitsluiting van de burgerlijke partij, wat tot gevolg kan hebben dat de publieke partij kan opkomen voor haar belangen en de burgerlijke partij niet, afhankelijk van opportuniteitsoverwegingen door het openbaar ministerie ?

1. « Verstösst Artikel 524bis § 1 des Strafprozessgesetzbuches gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem er das Anordnen einer Sonderuntersuchung bezüglich der in den Artikeln 42 Nr. 3 und 43bis des Strafgesetzbuches bestimmten Vermögensvorteile von einem Antrag der Staatsanwaltschaft unter Ausschluss der Zivilpartei abhängen lässt, was dazu führen kann, dass die eine Zivilpartei wohl eine Einziehung mit Zuweisung an die Zivilpartei erreichen kann, während die andere Zivilpartei das nicht kann, nur abhängig von der Entscheidung der Staatsanwaltschaft, eine Sonderuntersuchung zu beantragen oder nicht?
1. « Schendt artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van Strafvordering het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel zoals gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met de artikelen 6 EVRM en artikel 14 BUPO, schendt doordat het bevelen van een bijzonder onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen afhankelijk wordt gesteld van een vordering van het openbaar ministerie met uitsluiting van de burgerlijke partij, wat tot gevolg kan hebben dat de ene burgerlijke partij een verbeurdverklaring met toewijzing aan de burgerlijke partij kan bekomen en de andere burgerlijke partij niet, louter afhankelijk van de beslissing van het openbaar ministerie om een bijzonder onderzoek te vorderen of niet ?

1. « Verstösst Artikel 524bis § 1 des Strafprozessgesetzbuches gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem er das Anordnen einer Sonderuntersuchung der in den Artikeln 42 Nr. 3 und 43bis des Strafgesetzbuches bestimmten Vermögensvorteile von einem Antrag der Staatsanwaltschaft unter Ausschluss der Zivilpartei abhängen lässt, was dazu führen kann, dass die eine Zivilpartei wohl eine Einziehung mit Zuweisung an die Zivilpartei erhalten kann, während die andere Zivilpartei das nicht kann, ausschliesslich abhängig von der Entscheidung der Staatsanwaltschaft, eine Sonderuntersuchung zu beantragen oder nicht?
1. « Schendt artikel 524bis, § 1, van het Wetboek van strafvordering het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel zoals gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met de artikelen 6 EVRM en artikel 14 BUPO, schendt doordat het bevelen van een bijzonder onderzoek naar de in artikel 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek bedoelde vermogensvoordelen afhankelijk wordt gesteld van een vordering van het openbaar ministerie met uitsluiting van de burgerlijke partij, wat tot gevolg kan hebben dat de ene burgerlijke partij een verbeurdverklaring met toewijzing aan de burgerlijke partij kan bekomen en de andere burgerlijke partij niet, louter afhankelijk van de beslissing van het openbaar ministerie om een bijzonder onderzoek te vorderen of niet ?