(4) Am Ende jedes Zeitraums von 18 Monaten ununterbrochenen Dienstes haben der Bedienstete, sein Ehegatte und seine unterhaltsberechtigten Kinder nach Maßgabe der vom Verwaltungsrat auf Vorschlag des Direktors erlassenen internen Vorschriften Anspruch auf eine Hin- und Rückreise an ihren Herkunftsort.
4. Aan het eind van iedere periode van 18 maanden ononderbroken dienstverband hebben personeelsleden, hun echtgenoot en de te hunnen laste komende kinderen recht op vergoeding van een retourbiljet naar hun plaats van herkomst, overeenkomstig de door de Raad van bestuur op voorstel van de directeur vastgestelde interne regeling.