während die Berufsoffiziere ein Anrecht darauf haben, andere Massnahmen des freiwilligen Ausscheidens - nämlich die freiwillige Zurdispositionstellung, die Regelung des vorzeitigen halbzeitlichen Ausscheidens und die freiwillige Arbeitsregelung der Viertagewoche - zu erhalten, soweit sie die in den durch das Gesetz vom 12. Dezember 1997 bestätigten und durch das Gesetz vom 25. Mai 2000 regularisierten königlichen Erlassen (I), (II) und (III) vom 24. Juli 1997 oder ggf. vom König festgelegten Kriterien erfüllen?
de beroepsofficieren beschikken over een recht op het verkrijgen van de andere maatregelen van vrijwillige afvloeiing - namelijk de vrijwillige disponibiliteit, de regeling van halftijdse vervroegde uitstap en de vrijwillige regeling van de vierdagenweek - voor zover zij voldoen aan de criteria bepaald in de koninklijke besluiten (I), (II) en (III) van 24 juli 1997, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997 en geregulariseerd bij de wet van 25 mei 2000 of, in voorkomend geval, door de Koning ?