Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Anhaengige Rechtssache
Bei einem Gerichtshof anhaengige Rechtssache
Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung
Rechtssache „Cassis de Dijon
Verfahren gemäß Artikel 103 bis 105 des EAG-Vertrags

Traduction de « rechtssache t-105 » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
anhaengige Rechtssache | bei einem Gerichtshof anhaengige Rechtssache

zaak in behandeling | zaak in instantie


Verfahren gemäß Artikel 103 bis 105 des EAG-Vertrags

bijzondere procedure bedoeld in de artikelen 103 tot en met 105 EGA-Verdrag


Beratender Ausschuss für die Durchführung der Richtlinie 89/105/EWG betreffend die Transparenz von Maßnahmen zur Regelung der Preisfestsetzung bei Arzneimitteln für den menschlichen Gebrauch und ihre Einbeziehung in die staatlichen Krankenversicherungssysteme

Raadgevend Comité voor de uitvoering van Richtlijn 89/105/EEG betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van ziekteverzekering


Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung [ Rechtssache „Cassis de Dijon ]

beginsel van wederzijdse erkenning [ Cassis-van-Dijon-zaak ]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
In der Rechtssache Nr. 6190 wird die Nichtigerklärung der Artikel 66 § 3, 90 § 2, 105 § 1 und 390 § 5 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung beantragt, weil die angefochtenen Artikel im Widerspruch zu den Artikeln 10, 11 und 23 Absatz 3 Nr. 4 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 9 des Aarhus-Übereinkommens sowie mit verschiedenen europäischen Richtlinien stünden; infolge der angefochtenen Artikel werde eine Ausschlussfrist angewandt bei der Beurteilung der Verwaltungsbeschwerde auf Erlangung einer Umgebungsgenehmigung oder bei dem Verfahren zur Anpassung einer Umgebungsgenehmigung, während eine stillschweigende Abweisung einer Verwaltungsbeschwerde n ...[+++]

In de zaak nr. 6190 wordt de vernietiging gevraagd van de artikelen 66, § 3, 90, § 2, 105, § 1, en 390, § 5, van het Omgevingsvergunningsdecreet, omdat de bestreden artikelen strijdig zouden zijn met de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, 4°, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 9 van het Verdrag van Aarhus, alsook met diverse Europese richtlijnen; ingevolge de bestreden artikelen wordt een vervaltermijn gehanteerd bij het beoordelen van het administratief beroep tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning of bij de procedure tot het bijstellen van een omgevingsvergunning, terwijl een stilzwijgend afwijzen van een administratief beroep niet t ...[+++]


Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6190 sind der Auffassung, dass es für die Prüfung der Verfassungsmäßigkeit der Artikel 66 § 3, 90 § 2, 105 § 1 und 390 § 5 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung notwendig sei, dem Europäischen Gerichtshof verschiedene Vorabentscheidungsfragen zu stellen.

De verzoekende partijen in de zaak nr. 6190 menen dat het, voor het grondwettigheidsonderzoek van de artikelen 66, § 3, 90, § 2, 105, § 1, en 390, § 5, van het Omgevingsvergunningsdecreet, noodzakelijk is diverse prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.


[11] Siehe in diesem Zusammenhang Urteil vom 5. März 1997 in der Rechtssache T-105/95, Kommission/WWF VK, Slg. 1997, S.II-313; Urteil vom 11. Dezember 2001 in der Rechtssache T-191/99, Kommission/Petrie u.a., Slg. 2001, S.II-3677; Urteil vom 21. September 2010, Rs. C-514/07 P, C-528/07 P und C-532/07 P, Schweden u.a./ API und Kommission.

[11] Zie in dit verband arrest van 5 maart 1997 in zaak T-105/95, Commissie/WWF UK, Jurispr. 1997, blz. II-313; arrest van 11 december 2001 in zaak T-191/99, Commissie/Petrie e.a., Jurispr. 2001, blz. II-3677; arrest van 21 september 2010, Zweden e.a./API en Commissie (C-514/07 P, C-528/07 P en C-532/07 P).


Ebenso wenig kann angenommen werden, dass Artikel 90 Nr. 2 des Gesetzes vom 30. Dezember 2009 dem Artikel 105 des Gesetzes vom 22. Januar 1985 die Bedeutung verleihe, die der ursprünglichen Absicht des Gesetzgebers entsprechen würde, da Artikel 105 geändert wurde, um dem vorerwähnten Urteil in Sachen Meerts vom 22. Oktober 2009 (Rechtssache C-116/08) Folge zu leisten, mit dem die ständige Rechtsprechung des Kassationshofes (siehe unter anderem Kass., 11. Dezember 2006, Arr. Cass., Nr. 635) abgewiesen wurde, jedoch lediglich in Bezug auf den Elternurlaub:

Evenmin kan worden aangenomen dat artikel 90, 2°, van de wet van 30 december 2009 aan artikel 105 van de wet van 22 januari 1985 de betekenis toekent die overeenstemt met de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever, vermits artikel 105 is gewijzigd om tegemoet te komen aan het voormelde arrest Meerts van 22 oktober 2009 (zaak C-116/08), dat de constante rechtspraak van het Hof van Cassatie (zie onder meer, Cass., 11 december 2006, Arr. Cass., nr. 635) heeft afgewezen, maar enkel met betrekking tot het ouderschapsverlof :


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
7. teilt die Auffassung, dass die Mitgliedstaaten die "roten Linien" des Rates gemäß dem Solidaritätsgrundsatz des Artikels 10 des EG-Vertrags und der Rechtsprechung des Gerichtshofs (Rechtssache C-105/03 oder Rechtssache 22/70 – AETR) in Bezug auf die Erfüllung der Verpflichtungen des EU-Vertrags befolgen sollten; unterstreicht insbesondere die Tatsache, dass:

7. deelt de mening dat de "rode lijnen" van de Raad door de lidstaten moeten worden gevolgd overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking dat is vastgelegd in artikel 10 van het EG-Verdrag en dat volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie (C-105/03 of zaak 22/70 (AETR)) eveneens van toepassing is met betrekking tot het nakomen van de in het EU-Verdrag opgesomde verplichtingen; wijst er met name op dat:


Zweitens, und diese Bemerkung ist äußerst relevant für die Frage nach der Angemessenheit der gewählten Rechtsgrundlage, hat der Gerichtshof in seinem Urteil vom 16. Juni 2005 in der Rechtssache C-105/03 Pupino klargestellt, dass „sich der Wortlaut des Artikels 34 Absatz 2 Buchstabe b EU sehr eng an den Wortlaut des Artikels 249 Absatz 3 EG anlehnt.

Ten tweede, en deze opmerking is zeer relevant voor de vraag omtrent de juistheid van de gekozen rechtsgrondslag, heeft het Hof van Justitie in zijn vonnis van 16 juni 2005 in de Zaak C-105/03 Pupino zeer duidelijk gemaakt dat “de formulering van artikel 34, lid 2, sub b, EU zeer nauw aansluit bij die van artikel 249, derde alinea, EG.


6. teilt die Auffassung, dass die Mitgliedstaaten die „roten Linien“ des Rates gemäß dem Solidaritätsgrundsatz des Artikels 10 des EG-Vertrags und der Rechtsprechung des Gerichtshofs (C-105/03) oder der AETR-Rechtssache (22/70) in Bezug auf die Erfüllung der Verpflichtungen des EU-Vertrags befolgen sollten; unterstreicht insbesondere die Tatsache, dass:

6. deelt de mening dat de "rode lijnen" van de Raad door de lidstaten moeten worden gevolgd () overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking dat is vastgelegd in artikel 10 van het EG-Verdrag en dat volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie (C-105/03) of zaak 22/70 (AETR) eveneens van toepassing is met betrekking tot het nakomen van de in het EU-Verdrag opgesomde verplichtingen; wijst er met name op dat:


Der dritte Klagegrund in der Rechtssache Nr. 2746, der aus dem Verstoss gegen die Artikel 10, 11, 170 und 172 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikel 105 abgeleitet ist, sowie - insofern sie nicht gegenstandslos geworden seien - der erste Klagegrund in der Rechtssache Nr. 2766 und der erste Klagegrund in der Rechtssache Nr. 2794, die aus einem Verstoss gegen die Artikel 170 und 172 der Verfassung und gegen die in den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung verankerte Gleichheit zwischen Steuerpflichtigen abgeleitet sind, üben Kritik daran, dass die Befugnis zur Änderung eines Sachbereichs, den die Verfassung dem Ges ...[+++]

Het derde middel in de zaak nr. 2746, afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11, 170 en 172, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 105, van de Grondwet, en, voor zover zij niet zonder voorwerp zijn geworden, het eerste middel in de zaak nr. 2766 en het eerste middel in de zaak nr. 2794, afgeleid uit de schending van de artikelen 170 en 172 van de Grondwet en van de gelijkheid onder belastingplichtigen vervat in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, zijn gericht tegen die delegatie aan de Koning van de bevoegdheid om een aangelegenheid die de Grondwet aan de wet voorbehoudt, te wijzigen.


In dem Erwiderungsschriftsatz in der Rechtssache Nr. 2376 erklären die klagenden Parteien, dass die beiden Klagen beim Staatsrat gegen die königlichen Erlasse vom 22. Dezember 1995 und 28. Oktober 1996 durch die Urteile Nrn. 105. 837 und 105.839 vom 24. April 2002 abgewiesen worden seien.

In de memorie van antwoord ingediend in de zaak nr. 2376 verklaren de verzoekende partijen dat de twee beroepen bij de Raad van State tegen de koninklijke besluiten van 22 december 1995 en 28 oktober 1996 zijn verworpen bij de arresten nrs. 105.837 en 105.839 van 24 april 2002.


Die zweite in der Rechtssache Nr. 2110 gestellte Frage und die zweite in der Rechtssache Nr. 2111 gestellte Frage beziehen sich auf die Vereinbarkeit des vorgenannten Artikels 10 Nr. 2 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 23, 33, 36, 74 ff., 105 und 108 der Verfassung, insoweit er dem König bezüglich der Gesundheitspflegeausgaben Befugnisse erteile, deren Grenzen weder hinsichtlich der Zielsetzungen noch hinsichtlich der Angelegenheiten definiert seien, wodurch deshalb den Bürgern Garantien entzogen würden, die mit dem Auftreten des Gesetzgebers verbunden seien, während Artikel 23 der Verfassung die be ...[+++]

De tweede vraag gesteld in de zaak nr. 2110 en de tweede vraag gesteld in de zaak nr. 2111 hebben betrekking op de bestaanbaarheid van voormeld artikel 10, 2°, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 23, 33, 36, 74 en volgende, 105 en 108 van de Grondwet, in zoverre het aan de Koning, inzake uitgaven voor gezondheidszorg, bevoegdheden zou toekennen waarvan de perken noch wat de doelstellingen betreft, noch wat de aangelegenheden betreft, zouden worden gedefinieerd, waardoor aldus aan de burgers waarborgen worden ontzegd die zijn verbonden met het optreden van de wetgever, aan wie artikel 23 van de ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' rechtssache t-105' ->

Date index: 2022-05-02
w