In dieser Auslegung beginnt die Frist nicht an dem Tag, an dem das Gerichtsschreiben bei der Post abgegeben wurde, sondern gemäss Artikel 46 § 2 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches an dem Tag, an dem « das Gerichtsschreiben durch die Post zu Händen des Adressaten oder an dessen Wohnsitz zugestellt wird ».
In die interpretatie gaat de termijn niet in op de dag waarop de gerechtsbrief ter post wordt afgegeven maar, overeenkomstig artikel 46, § 2, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, op de dag waarop « de gerechtsbrief door de postdienst ter hand wordt gesteld aan de geadresseerde in persoon of aan diens woonplaats ».