10. betont, wie wichtig die Einbeziehung der Frauen und der Organisationen der Zivilgesellschaft, die sich für die Rechte der Frauen und die Gleichstellung von Frauen und Männern einsetzen, bereits zum Zeitpunkt der Konzeption der Entwicklungspolitiken, insbesondere durch Ausbildungsmaßnahmen bezüglich der Geschlechterfrage innerhalb des EAD und der Delegationen der EU in Drittländern ist; betont, dass diese Ausbildungsmaßnahmen gleichzeitig das Bewusstsein für die Geschlechterfrage und die Gleichstellung von Frauen und Männern im Allgemeinen schärfen, jedoch auch auf praktische Weise und auf die Länder zugeschnittene Art die konkreten Möglichkeiten vorschlagen müssen, wie die sozialen Normen, die die Gleichstellung blockieren, mittels der
...[+++] Instrumente, über die die EU verfügt, insbesondere auf der Grundlage der PKE, entwickelt werden können; 10. benadrukt dat vrouwen en organisaties van het maatschappelijk middenveld die zich inzetten voor de rechten van vrouwen en de gelijkheid van vrouwen en mannen bij de uitwerking van het ontwikkelingsbeleid moeten worden opgenomen, met name middels opleidingen in het gendervraagstuk bij de EEAS en de delegaties van de EU in derde landen; onderstreept dat deze opleidingen moeten zorgen voor bewustmaking omtrent de gender- en gelijkheidskwestie van vrouwen en mannen in het algemeen, maar ook op praktische en contextafhankelijke wijze naargelang het land concrete manieren moeten aanreiken om de sociale normen die de gelijkheid belemmeren aan de hand van EU-instrumenten, met name o
p basis van PCD, te ontwikkelen ...[+++]; 
