(4) Für eine Regierung, für die eine Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunde oder eine Notifikation der vorläufigen Anwendung nach Inkrafttreten dieses Übereinkommens gemäß Absatz 1, Absatz 2 oder Absatz 3 hinterlegt wird, wird die Urkunde oder die Notifikation am Tag der Hinterlegung und in Bezug auf die Notifikation der vorläufigen Anwendung nach Maßgabe des Artikels 57 Absatz 1 wirksam.
4. Voor een regering namens welke een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding of een kennisgeving van voorlopige toepassing wordt nedergelegd nadat de overeenkomst krachtens lid 1, lid 2 of lid 3 in werking is getreden, is de akte of de kennisgeving van kracht vanaf de datum van die nederlegging en, wat betreft kennisgevingen van voorlopige toepassing, overeenkomstig het bepaalde in artikel 57, lid 1.