26. nimmt die frühere Erklärung der EU-Präsidentschaft zur Kenntnis, wonach die in den letzten Verhandlungen in allen wichtigen Punkten erzielten Fortschritte die Grundlage für künftige Gespräche über den ständigen Status der Nahostregion bilden sollten;
26. neemt nota van de eerdere verklaring van het EU-voorzitterschap dat de bij de laatste onderhandelingen op alle belangrijke punten geboekte vooruitgang de basis moet vormen voor toekomstige gesprekken over de permanente status van het Midden-Oosten;