Traduction de « nachrichtendienste zwar » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Tschechischer Nachrichtendienst | BIS [Abbr.]
Bureau voor Inlichtingen en Veiligheid | Tsjechische veiligheidsdienst | BIS [Abbr.]

Geheimdienst [ Gegenspionage | Nachrichtendienst | Spionageabwehr ]
geheime dienst [ inlichtingendienst ]

telefonischer Nachrichtendienst
gesproken berichten-dienst

dänischer Sicherheits- und Nachrichtendienst | PET [Abbr.]
PET [Abbr.]

Nachrichtendienst
inlichtingendienst

Ständiger Ausschuss für die Kontrolle über die Nachrichtendienste
Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten

Ausschuss für die Kontrolle über die Polizeidienste und die Nachrichtendienste
Toezichtcomité op de Politie- en Inlichtingsdiensten

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

75. betont, dass die Aufsicht über die Tätigkeiten der Nachrichtendienste zwar sowohl auf demokratischer Legitimität (starker Rechtsrahmen, Ex-ante-Genehmigung und Ex-post-Überprüfung) als auch auf angemessenen technischen Fähigkeiten und Kenntnissen basieren sollte, es den meisten derzeitigen Aufsichtsgremien in der EU und den USA jedoch erheblich an beidem, insbesondere an den technischen Fähigkeiten, mangelt;
75. beklemtoont dat, ondanks het feit dat toezicht op de activiteiten van inlichtingendiensten gegrond moet zijn op zowel democratische legitimiteit (sterk wettelijk kader, ex ante-machtiging en ex post-controle) en een adequate technische capaciteit en deskundigheid, het merendeel van de huidige toezichtsorganen in de EU en VS in beide opzichten ernstig tekortschieten, met name voor wat betreft de technische capaciteiten;

74. betont, dass die Aufsicht über die Tätigkeiten der Nachrichtendienste zwar sowohl auf demokratischer Legitimität (starker Rechtsrahmen, Ex-ante-Genehmigung und Ex-post-Überprüfung) als auch auf angemessenen technischen Fähigkeiten und Kenntnissen basieren sollte, es den meisten derzeitigen Aufsichtsgremien in der EU und den USA jedoch erheblich an beidem, insbesondere an den technischen Fähigkeiten, mangelt;
74. beklemtoont dat, ondanks het feit dat toezicht op de activiteiten van inlichtingendiensten gegrond moet zijn op zowel democratische legitimiteit (sterk wettelijk kader, ex ante-machtiging en ex post-controle) en een adequate technische capaciteit en deskundigheid, het merendeel van de huidige toezichtsorganen in de EU en VS in beide opzichten ernstig tekortschieten, met name voor wat betreft de technische capaciteiten;

Zwar wurde im Zuge der von der Kommission geführten Konsultationen das Vorliegen einzelner Fälle von ungerechtfertigt hohen Preisen im Bereich der Datenkommunikationsdienste, zum Beispiel im Kurznachrichtendienst (SMS) und im multimedialen Nachrichtendienst (MMS), festgestellt, doch konnten die nationalen Regulierungsbehörden solche Probleme bei Untersuchungen im Bereich der SMS-Dienste bislang nicht beobachten.
Weliswaar werd bij de door de Commissie gehouden consultaties vastgesteld dat er sprake was van individuele gevallen van ongerechtvaardigd hoge prijzen op het gebied van datacommunicatiediensten, bijvoorbeeld bij Short Message Service (SMS) en Multimedia Message Service (MMS), maar dergelijke problemen konden door de nationale regelgevingsinstanties tot nu toe op het gebied van SMS-diensten niet worden vastgesteld.

2. « Verstösst Artikel 5 § 3 des Gesetzes vom 11. Dezember 1998 zur Schaffung eines Widerspruchsorgans in Sachen Sicherheitsermächtigungen gegen die Artikel 10, 11, 22 und 32 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 6, 8 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention, die am 4. November 1950 in Rom unterzeichnet und durch das Gesetz vom 13. Mai 1955 genehmigt wurde, insofern diese Bestimmung den Zugang zu gewissen Informationen in der Erklärung eines Mitglieds des Nachrichtendienstes, im Untersuchungsbericht oder in der Untersuchungsakte aus Gründen, die von der klagenden Partei oder von ihrem Rechtsanwalt nicht angefochten werden können, auf eine mit den Artikeln 6 und/oder 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention unvereinbare Art und Weise einschränkt, während diese Daten den Schutz des Privatlebens dieser klagenden Partei betreffen, und somit das Recht auf Achtung des Privat- und Familienlebens auf unverhältnismässige Weise verletzt wird, und zwar im Rahmen eines Verfahrens, das eben dazu dient, die etwaigen Ungenauigkeiten zu bestreiten, die zu der fraglichen Entscheidung, der klagenden Partei die Sicherheitsermächtigung zu verweigern, geführt haben?
2. « Schendt artikel 5, § 3, van de wet van 11 december 1998 tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen de artikelen 10, 11, 22 en 32 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6, 8 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955, in zoverre die bepaling de toegang tot sommige inlichtingen uit de verklaring van een lid van de inlichtingendienst, uit het onderzoeksverslag of uit het onderzoeksdossier om redenen die de verzoekende partij of haar advocaat niet kunnen betwisten, beperkt op een wijze die onverenigbaar is met de artikelen 6 en/of 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, terwijl die gegevens betrekking hebben op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van die verzoekende partij en aldus op onevenredige wijze afbreuk wordt gedaan aan het recht op de eerbiediging van het privé-leven, en dit in het kader van een procedure die precies ertoe strekt de mogelijke onjuistheden te bestrijden die hebben geleid tot de betwiste beslissing om de verzoekende partij de veiligheidsmachtiging te weigeren ?

Da die Tätigkeit der Nachrichtendienste zwar künftig einen Aspekt der GASP darstellen kann, derzeit aber auf EU-Ebene noch keine diesbezüglichen Regelungen bestehen, ist die Gestaltung des Schutzes gegenüber der Tätigkeit der Nachrichtendienste allein von den nationalen Rechtsordnungen abhängig.
Aangezien de activiteiten van de inlichtingendiensten in de toekomst een aspect van het GBVB kunnen worden maar op dit ogenblik op EU-niveau daarvoor nog geen regels bestaan, is de bescherming tegen de activiteiten van inlichtingendiensten uitsluitend van de nationale wetgevingen afhankelijk.