Dieser bleibt dem Großkapital vorbehalten, dem sich ein glänzendes Feld des Ruhmes eröffnet, wobei ihm immer seltener Zügel angelegt werden und es unter dem Vorwand, Produktivität und Wettbewerbsfähigkeit zu erhöhen, den Arbeitsmarkt noch weiter dereguliert, immer härter gegen fundamentale Errungenschaften und soziale Rechte vorgeht und die Auffassung propagiert, der moderne (Anti-)Sozialstaat habe den Völkern nur ein Minimum, nur einige Almosen zu gewähren.
De echte welstand is alleen bestemd voor het kapitaal. Voor het bandeloze kapitaal gaan alle deuren open en ligt een prachtige, roemrijke toekomst in het verschiet. Omwille van de productiviteit en het mededingingsvermogen wordt de arbeidsmarkt nog sterker gedereguleerd en neemt men fundamentele verworvenheden en sociale rechten steeds sterker onder vuur. De opvatting dat de moderne (a)sociale staat zijn burgers slechts een minimum moet verzekeren, een soort aalmoes, vindt steeds meer gehoor.
