Traduction de « militärischen beratung » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

IT-Beratung anbieten | zu IKT beraten | Beratung zu Informations- und Kommunikationstechnologien anbieten | IKT-Beratung anbieten
ICT-advies bieden | ICT-consultancy bieden | ICT-advies leveren | ICT-adviesdiensten bieden

Ausübung der militärischen Befehlsgewalt | Inhaber der militärischen Befehlsgewalt
militair gezag

Einheitlicher Sachstandsbericht zu den militärischen Fähigkeiten | Einheitlicher Sachstandsbericht zum Ausbau der militärischen Fähigkeiten der EU
Geïntegreerd voortgangsverslag over de ontwikkeling van de militaire vermogens van de EU

Beratung durch Fachleute | fachmaennische Beratung
expertise

Brillenfachverkäufer | Optikerin | Augenoptiker in Beratung und Verkauf/Augenoptikerin in Beratung und Verkauf | Brillenfachverkäuferin
verkoopspecialist brillen | verkoper van brillen en contactlenzen | verkoopspecialist contactlenzen | verkoopspecialist optiek

für besondere Anlässe und Veranstaltungen Beratung für Gäste anbieten | Gästen Beratung über Speisekarten für besondere Anlässe und Veranstaltungen anbieten | Gäste über Speisekarten für besondere Anlässe oder Ereignisse informieren | Gäste über Speisekarten für besondere Anlässe und Veranstaltungen beraten
diners voor huwelijken samenstellen | een huwelijksbanket organiseren | klanten adviseren over de keuzemogelijkheden voor menu's en drank voor speciale gelegenheden | klanten adviseren over menu's voor speciale gelegenheden en evenementen

Dienst Fünfeck-Beratung
dienst vijfhoeksoverleg

Büro für Beratung und Verteidigung
bureau van consultatie en verdediging

Beratung
beraad

landwirtschaftliche Beratung
landbouwvoorlichting

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Aufgaben der militärischen Beratung und Unterstützung.
advies- en bijstandsverlening op militair gebied.

Aufgaben der militärischen Beratung und Unterstützung; und
militair advies en bijstand; en

in der Erwägung, dass das primäre Instrument für die europäische Zusammenarbeit mit der AU in der Friedensfazilität für Afrika besteht, die ursprünglich 2004 eingerichtet wurde und mit der über den von den Mitgliedstaaten finanzierten EEF etwa 1,9 Milliarden EUR bereitgestellt werden; in der Erwägung, dass die Finanzierung der Friedensfazilität für Afrika über den EEF als Übergangsmaßnahme geplant war, als sie 2003 eingerichtet wurde, dass der EEF zwölf Jahre später jedoch weiterhin die wichtigste Finanzierungsquelle für die Friedensfazilität für Afrika ist; in der Erwägung, dass der Anwendungsbereich der Fazilität im Jahr 2007 auf ein breiteres Spektrum von Maßnahmen der Konfliktverhütung und der Stabilisierung nach Konflikten ausgeweitet wurde; in der Erwägung, dass in dem Aktionsprogramm 2014–2016 externe Bewertungen und Konsultationen mit den Mitgliedstaaten berücksichtigt und neue Elemente zur Verbesserung der Wirksamkeit der Fazilität eingeführt werden; in der Erwägung, dass in Artikel 43 EUV die sogenannten Petersberg-Plus-Aufgaben aufgeführt sind, zu denen Aufgaben der militärischen Beratung und Unterstützung, Aufgaben der Konfliktverhütung und der Erhaltung des Friedens sowie Kampfeinsätze im Rahmen der Krisenbewältigung — einschließlich Frieden schaffender Maßnahmen und Operationen zur Stabilisierung der Lage nach Konflikten — gehören; in der Erwägung, dass 2014 über 90 % der Mittel für Friedensunterstützungsmissionen und 65 % davon für im Rahmen der AMISOM eingesetztes Personal bestimmt waren; in der Erwägung, dass die Stärkung der institutionellen Kapazitäten der Afrikanischen Union und der regionalen Wirtschaftsgemeinschaften Afrikas von zentraler Bedeutung ist, um Friedensunterstützungsmissionen sowie Aussöhnung und Wiederaufbau nach dem Ende des Konflikts zum Erfolg zu führen.
overwegende dat de in 2004 opgerichte Vredesfaciliteit voor Afrika met ca. 1,9 miljard euro aan steun via het door de lidstaten gefinancierde EOF het belangrijkste mechanisme voor Europese samenwerking met de AU is; overwegende dat toen de Vredesfaciliteit voor Afrika in 2003 werd opgericht, haar financiering middels EOF-fondsen slechts was bedoeld als een tijdelijke oplossing, maar dat het EOF twaalf jaar later nog altijd de belangrijkste financieringsbron van de Vredesfaciliteit voor Afrika is; overwegende dat het toepassingsgebied van de Vredesfaciliteit in 2007 een bredere invulling heeft gekregen en is uitgebreid tot activiteiten voor conflictpreventie en stabilisatie na afloop van een conflict; overwegende dat het actieprogramma voor de periode 2014-2016 rekening houdt met externe evaluaties en overleg met de lidstaten, en nieuwe elementen bevat die de doeltreffendheid ervan moeten verbeteren; overwegende dat in artikel 43 VEU wordt verwezen naar de zogenoemde Petersberg Plus-taken, die verschillende aspecten omvatten zoals advies en bijstand op militair gebied, conflictpreventie en vredeshandhaving, missies van strijdkrachten met het oog op crisisbeheersing, daaronder begrepen vredestichting, alsmede stabiliseringsoperaties na afloop van conflicten; overwegende dat in 2014 meer dan 90 % van de begroting van de Vredesfaciliteit voor Afrika was bestemd voor vredesondersteunende operaties, waarvan 65 % voor AMISOM-personeel; overwegende dat de institutionele capaciteitsopbouw van de Afrikaanse Unie en van regionale Afrikaanse economische gemeenschappen van essentieel belang is voor het welslagen van PSO's en verzoenings- en rehabilitatieprocessen na afloop van een conflict.

das Verbot, auf unmittelbarem oder mittelbarem Wege technische Beratung, Hilfe oder Ausbildung im Zusammenhang mit militärischen Tätigkeiten an die betroffenen Personen und Organisationen zu liefern, zu verkaufen und weiterzugeben (Artikel 3).
het verbod op de directe of indirecte verstrekking, verkoop, levering of overdracht aan deze personen en entiteiten van technisch advies, bijstand of opleiding in verband met militaire activiteiten (artikel 3).

13. erinnert daran, dass die Union gemäß dem Vertrag von Lissabon zivile und militärische Kapazitäten für die internationale Krisenbewältigung für das gesamte in Artikel 43 genannte Aufgabenspektrum entwickeln muss, insbesondere für Aufgaben der Konfliktverhütung, humanitäre Aufgaben und Rettungseinsätze, Aufgaben der militärischen Beratung und Unterstützung, Aufgaben der Erhaltung des Friedens und zur Stabilisierung der Lage nach Konflikten; ist gleichzeitig der Ansicht, dass eine Duplizierung von Instrumenten verhindert werden und klar zwischen Instrumenten innerhalb und außerhalb des Aufgabenbereichs der GSVP gemäß Artikel 196 und 214 AEUV unterschieden werden sollte; erinnert daran, dass jede Duplizierung bereits bestehender Instrumente für humanitäre Hilfe und Katastrophenschutz außerhalb des Rahmens der GSVPvermieden werden muss;
13. herinnert eraan dat het Verdrag van Lissabon vereist dat de Unie civiele en militaire vermogens voor internationaal crisisbeheer ontwikkelt voor alle taken die in artikel 43 zijn uiteengezet, in het bijzonder conflictpreventie, humanitaire en reddingsmissies, advies en bijstand op militair gebied, vredeshandhaving en stabiliseringstaken na conflicten; is tegelijkertijd van mening dat een verdubbeling van instrumenten moet worden vermeden en dat, overeenkomstig de artikelen 196 en 214 VWEU, een duidelijk onderscheid dient te worden gemaakt tussen instrumenten die binnen en buiten het bereik van het GVDB vallen; herinnert er eveneens aan dat moet worden voorkomen dat reeds lang bestaande instrumenten voor humanitaire hulp en civiele bescherming die niet onder het GVDB vallen, worden verdubbeld;

das Fehlen einer militärischen Doktrin bedauert wird, durch die die in Artikel 43 EUV genannten Aufgaben, beispielsweise militärische Beratung oder Kampfeinsätze im Rahmen der Krisenbewältigung, operationalisiert werden;
betreurt dat er geen duidelijke militaire doctrine bestaat waarbinnen de taken van artikel 43 VEU (o.a. militair advies, gevechtstroepen in crisisbeheer) worden geoperationaliseerd,

42. fordert nachdrücklich verstärkte Anstrengungen zur Schaffung europäischer Verteidigungskapazitäten und zur Stärkung der militärischen Zusammenarbeit mit Nachbarstaaten und strategisch wichtigen Drittländern, insbesondere durch die Bereitstellung von Unterstützung im Bereich der Ausbildung und fachlicher Beratung vor Ort sowie durch die Bereitstellung von Unterstützung bei der Entwicklung von Offensivkapazitäten und bei direkten militärischen Einsätzen mit regionalen Streitkräften;
42. dringt aan op grotere inspanningen voor de totstandbrenging van een Europese defensiecapaciteit en de versterking van de samenwerking met de buurlanden en strategische derde landen, met name door het verstrekken van opleidingsondersteuning, technische adviezen in het veld en steun voor de offensieve capaciteit en door met de lokale strijdkrachten rechtstreeks militair actief te worden;

16. erinnert daran, dass die Rolle der Europäischen Verteidigungsagentur (EDA) zur Unterstützung der Mitgliedstaaten bei ihren Bemühungen um die Verbesserung der militärischen Fähigkeiten für die Gemeinsame Sicherheits- und Verteidigungspolitik durch den Vertrag von Lissabon gestärkt wurde; schlägt deshalb vor, dass die Mitgliedstaaten die Agentur darum ersuchen zu prüfen, wie die Abstimmung der Verteidigungsplanung in Europa verbessert werden kann; erinnert außerdem daran, dass der EDA durch den Vertrag die Aufgaben übertragen wurden zu beurteilen, ob die Verpflichtungen in Bezug auf Fähigkeiten erfüllt wurden, und auf eine Harmonisierung des operativen Bedarfs hinzuwirken, und fordert eine bessere Wahrnehmung dieser Aufgaben; empfiehlt, dass die Mitgliedstaaten als einen ersten Schritt in der Übung „Europäisches Semester“ ihre Entwürfe der nationalen Sicherheits- und Verteidigungsüberprüfungen der EDA zur Beratung vorlegen könnten, um sie insbesondere vor dem Hintergrund der Prioritäten bei den Fähigkeiten, die vom EDA-Lenkungsausschuss im Plan zur Fähigkeitenentwicklung festgelegt wurden, sowie der Pläne der übrigen Mitgliedstaaten und des NATO-Verteidigungsplanungsprozesses zu bewerten; glaubt, dass die EDA sehr kurzfristig auch eine wichtige Rolle bei der Festlegung einer europäischen Politik im Bereich Fähigkeiten und Rüstung spielen sollte;
16. herinnert eraan dat het Europees Defensieagentschap (EDA) bij het Verdrag van Lissabon een sterkere rol is toegewezen bij de ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten ter verbetering van de capaciteiten voor het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid; stelt derhalve voor dat de lidstaten het Europees Defensieagentschap (EDA) vragen na te gaan hoe de coördinatie van de defensieplanning in Europa kan worden verbeterd; herinnert er voorts aan dat het EDA krachtens het Verdrag moet nagaan of de toezeggingen inzake militaire vermogens worden nageleefd en de harmonisatie van operationele behoeften moet bevorderen, en vraagt om een betere uitvoering van deze taken; beveelt de lidstaten aan om als eerste stap in het kader van het „Europees semester” hun ontwerpen van nationale veiligheids- en defensieanalyses voor advies voor te leggen aan het EDA, dat deze met name moet toetsen aan de door het EDA-bestuur in het vermogensontwikkelingsplan vastgestelde vermogensprioriteiten, aan de plannen van de andere lidstaten en aan het defensieplanningsproces van de NAVO; meent dat het EDA ook op korte termijn een belangrijke rol moet spelen bij de vaststelling van een Europees vermogens- en bewapeningsbeleid;

16. erinnert daran, dass die Rolle der Europäischen Verteidigungsagentur (EDA) zur Unterstützung der Mitgliedstaaten bei ihren Bemühungen um die Verbesserung der militärischen Fähigkeiten für die Gemeinsame Sicherheits- und Verteidigungspolitik durch den Vertrag von Lissabon gestärkt wurde; schlägt deshalb vor, dass die Mitgliedstaaten die Agentur darum ersuchen zu prüfen, wie die Abstimmung der Verteidigungsplanung in Europa verbessert werden kann; erinnert außerdem daran, dass der EDA durch den Vertrag die Aufgaben übertragen wurden zu beurteilen, ob die Verpflichtungen in Bezug auf Fähigkeiten erfüllt wurden, und auf eine Harmonisierung des operativen Bedarfs hinzuwirken, und fordert eine bessere Wahrnehmung dieser Aufgaben; empfiehlt, dass die Mitgliedstaaten als einen ersten Schritt in der Übung „Europäisches Semester“ ihre Entwürfe der nationalen Sicherheits- und Verteidigungsüberprüfungen der EDA zur Beratung vorlegen könnten, um sie insbesondere vor dem Hintergrund der Prioritäten bei den Fähigkeiten, die vom EDA-Lenkungsausschuss im Plan zur Fähigkeitenentwicklung festgelegt wurden, sowie der Pläne der übrigen Mitgliedstaaten und des NATO-Verteidigungsplanungsprozesses zu bewerten; glaubt, dass die EDA sehr kurzfristig auch eine wichtige Rolle bei der Festlegung einer europäischen Politik im Bereich Fähigkeiten und Rüstung spielen sollte;
16. herinnert eraan dat het Europees Defensieagentschap (EDA) bij het Verdrag van Lissabon een sterkere rol is toegewezen bij de ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten ter verbetering van de capaciteiten voor het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid; stelt derhalve voor dat de lidstaten het Europees Defensieagentschap (EDA) vragen na te gaan hoe de coördinatie van de defensieplanning in Europa kan worden verbeterd; herinnert er voorts aan dat het EDA krachtens het Verdrag moet nagaan of de toezeggingen inzake militaire vermogens worden nageleefd en de harmonisatie van operationele behoeften moet bevorderen, en vraagt om een betere uitvoering van deze taken; beveelt de lidstaten aan om als eerste stap in het kader van het "Europees semester" hun ontwerpen van nationale veiligheids- en defensieanalyses voor advies voor te leggen aan het EDA, dat deze met name moet toetsen aan de door het EDA-bestuur in het vermogensontwikkelingsplan vastgestelde vermogensprioriteiten, aan de plannen van de andere lidstaten en aan het defensieplanningsproces van de NAVO; meent dat het EDA ook op korte termijn een belangrijke rol moet spelen bij de vaststelling van een Europees vermogens- en bewapeningsbeleid;

(1) Die in Artikel 42 Absatz 1 vorgesehenen Missionen, bei deren Durchführung die Union auf zivile und militärische Mittel zurückgreifen kann, umfassen gemeinsame Abrüstungsmaßnahmen, humanitäre Aufgaben und Rettungseinsätze, Aufgaben der militärischen Beratung und Unterstützung, Aufgaben der Konfliktverhütung und der Erhaltung des Friedens sowie Kampfeinsätze im Rahmen der Krisenbewältigung einschließlich Frieden schaffender Maßnahmen und Operationen zur Stabilisierung der Lage nach Konflikten.
1. De in artikel 42, lid 1, bedoelde missies, waarbij de Unie civiele en militaire middelen kan inzetten, omvatten gezamenlijke ontwapeningsacties, humanitaire en reddingsmissies, advies en bijstand op militair gebied, conflictpreventie en vredeshandhaving, missies van strijdkrachten met het oog op crisisbeheersing, daaronder begrepen vredestichting, alsmede stabiliseringsoperaties na afloop van conflicten.