19. vertritt die Ansicht, dass durch Wälder „öffentliche Güter“ von unschätzbarem Wert geschaffen werden, denen bislang jedoch
kein entsprechender Marktwert beigemessen wird, und dass die Europäische Union den Waldbesitzern als Ausgleich für ihre Bemühungen zum Schutz der genetischen Vielfalt der Wälder im Rahmen von Finanzierungsinstrumenten Unterstützung, Informationen und Anreize gewähren
sollte; bekräftigt seinen Standpunkt, was die Notwendigkeit einer angemessenen Finanzierung der EU-Maßnahmen im Bereich Forstwirtschaft betrifft
...[+++], um die Land- und Forstwirte für die Bereitstellung dieser öffentlichen Güter zu belohnen und dabei die Speicher- und Substitutionseffekte im Rahmen der Holzverwendung zu berücksichtigen; betont, dass diese EU-Anreize nicht die Funktionsfähigkeit des Marktes für Holzprodukte, Papier und Zellstoff und die Energiegewinnung beeinträchtigen sollten; 19. is van oordeel dat bossen zeer waardevolle publieke goederen produceren, die
tot dusverre op de markt onvoldoende werden beloond, en dat de Europese Unie uit haar financieringsinstrumenten aan de bosbezitters assistentie, informatie en stimulansen moet ve
rstrekken om hen te belonen voor hun inspanningen bij de bescherming van de genetische verscheidenheid van de bossen; onderstreept nogmaals de noodzaak van de beschikbaarstelling van voldoende middelen voor de bosbouwmaatregelen van de EU, waarbij landbouwers en bosbouwers beloon
...[+++]d worden voor het verstrekken van deze publieke goederen, waarbij ook moet worden gedacht aan de opslag en de substitutie-effecten in het kader van het gebruik van hout; wijst er met klem op dat deze Europese stimuleringsmaatregelen niet mogen botsen met de soepel werkende markt van houtproducten, papier, pulp en energieproductie;