' § 3 bis. Spätestens am Ende des 52. Monats der Mandatsausübung informiert der Korpschef im Sinne von Paragraph 1 Absatz 2 den Minister der Justiz darüber, ob er die Erneuerung des Mandats beantragt oder nicht.
' § 3 bis. Uiterlijk op het einde van de 52e maand van de uitoefening van het mandaat brengt de korpschef bedoeld in § 1, tweede lid, de minister van Justitie ervan op de hoogte of hij al dan niet de verlenging van het mandaat vraagt.