Im ersten Teil des dritten Klagegrunds führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtene Bestimmung gegen Artikel 6 § 1 I Nr. 1 und die Artikel 10 und 19 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen verstoße, indem sie von den Artikeln 1186 und 1234 des Zivilgesetzbuches abweiche, da eine vorzeitige Bezahlung der geschuldeten Gebühr für die Eintragung in die Liste ausgeschlossen sei.
In het eerste onderdeel van het derde middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepaling artikel 6, § 1, I, 1°, en de artikelen 10 en 19 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen schendt, doordat zij afwijkt van de artikelen 1186 en 1234 van het Burgerlijk Wetboek, door een voortijdige betaling van het verschuldigde rolrecht uit te sluiten.