1. « Verstösst Artikel 189ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Personen, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 6. Januar 2003 Gegenstand der besonderen Ermittlungsmethoden d
er Observation oder Infiltrierung gewesen sind, nicht das Recht haben, bei Anwendung von Artikel 189ter des Strafprozessgesetzbuches die Kontrolle aufgrund von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches bei der Anklagekammer zu beantragen, während Personen, die nach
...[+++] dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 6. Januar 2003 Gegenstand der besonderen Ermittlungsmethoden der Observation oder Infiltrierung gewesen sind, wohl diesen Zugang zur Anklagekammer haben?1. « Schendt artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang gelezen met het artikel 6 van het EVRM en artikel 14 IVBPR, voor zover personen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de bijzondere opsporingsmet
hoden observatie of infiltratie, voor het in werkingtreden van de wet van 6 januari 2003, geen recht hebben om bij toepassing van het artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering de controle op grond van artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering bij de kamer van inbeschuldigingstelling te verzoeken, terwijl de personen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de bijzonder
...[+++]e opsporingsmethoden observatie of infiltratie, van na het inwerkingtreden van de wet van 6 januari 2003 die toegang tot de kamer van inbeschuldigingstelling wel hebben ?