Die Flämische Regierung weist darauf hin, dass die Kläger im Hauptverfahren nur die für sie erlassenen individuellen Rechtsakte angefochten hätten und keiner von ihnen gegen den Erlass der Flämischen Regierung vom 12. Juni 1995 « über die Konkordanz der Ämter der Mitglieder des Direktions- und Lehrpersonals der Hochschulen protestiert habe.
De Vlaamse Regering wijst erop dat de verzoekers in het bodemgeschil enkel de te hunnen opzichte genomen individuele rechtshandelingen hebben bestreden en geen van hen is opgekomen tegen het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 1995 houdende concordantie van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de hogescholen.