43. unterstreicht jedoch die Schlussfolgerung des Rechnungshofs, dass „bisl
ang . die Ziele der Heranführungshilfe aber nur teilweise erreicht [wurden], und in einigen Schlüssel
bereichen . vor und nach dem Beitritt noch weitere Fortschritte erforderlich [sind]“; hebt die Feststellung des Rechnungshofs hervor, dass „in den meisten Bereichen der Heranführungshilfe . die Kommission noch nicht bewertet [hat], ob Kroatien über ausreichende Kapazitäten verfügt, um die Befugnis zur Durchführung der Hilfe ohne Ex-ante-Kontrollen durch die Kom
...[+++]mission zu erhalten“, und dass „ungeachtet der jüngsten Fortschritte . die kroatischen Behörden einer verstärkten Unterstützung beim Kapazitätenaufbau im Bereich der Auftragsvergabe und der Korruptionsbekämpfung [bedürfen]“; 43. onderstreept echter dat de Rekenkamer ook concludeert dat „de steun [niettemin]
tot op heden slechts ten dele succesvol [is] geweest wat betreft de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, en verdere voortgang van de capaciteitsopbouw op een aantal terreinen vóór en na de toetreding [moet] worden ondersteund”; neemt kennis van de bevinding van de Rekenkamer dat „voor de meeste terreinen van de pretoetredingssteun de Commissie de capaciteit van Kroatië nog niet als voldoende [beoordeelt] om Kroatië toe te staan de steun uit te voeren zonder de controles vooraf door de Commissie” en dat „ondanks de recentelijk geboekte vooruitgang
...[+++] de capaciteit voor het plaatsen van opdrachten en corruptiebestrijding twee terreinen [vormen] waarvoor de steun aan de Kroatische instanties in het bijzonder versterkt dient te worden”; 
