21. betont die Notwendigkeit, die Verschlechterung des Zustands aller unter das europäische Naturschutzrecht fallenden Arten und Lebensräume aufzuhalten und eine signifikante und messbare Verbesserung dieses Zustands auf EU-Ebene zu erreichen; unterstreicht, dass dies zu einer Verbesserung in mindestens einer der unter Artikel 1 der Habitat-Richtlinie definierten Kategorien für den Erhaltungszustand führen sollte, ohne eine Verschlechterung in den anderen Kategorien zu bewirken;
21. onderstreept de noodzaak om de achteruitgang in de status van alle onder de natuurwetgeving van de EU vallende soorten en habitats tot staan te brengen en een aanzienlijke en meetbare verbetering van die status op EU-niveau te bereiken; beklemtoont dat dit dient te gebeuren in de vorm van een verbetering in ten minste een van de parameters betreffende de staat van instandhouding die zijn bepaald in artikel 1 van de habitatrichtlijn, zonder de andere parameters af te zwakken;