Aus den vorstehenden Erwägungen geht hervor, dass die Rechte der gewerkschaftlich organisierten Arbeitnehmer der NGBE nicht so ausgelegt werden können, dass sie in unverhältnismässiger Weise von den Kriterien für die Vergabe der in Artikel 161ter § 5 Absatz 1 Nr. 3 des Gesetzes vom 22. März 2002 vorgesehenen sechs Sitze betroffen seien.
Uit wat voorafgaat volgt dat de rechten van de werknemers van de N.M.B.S. die lid zijn van een vakbond, niet kunnen worden geacht op onevenredige wijze te worden geraakt door de criteria voor toewijzing van de zes zetels bedoeld in artikel 161ter , § 5, eerste lid, 3, van de wet van 22 maart 2002.