Vertaling van " gesetzgeber verfügt " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Gesetzgeber
wetgever

Region,die über ein hohes Handelspotential verfügt
regio met een groot handelspotentieel

außerhalb der Vertriebswege verfügte Ware
aan het verkeer onttrokken goed

auf dem verwaltungsweg verfügte Internierung
administratieve internering

Drittausländer, welcher nicht über die erforderlichen Reisedokumente verfügt
vreemdeling die niet in het bezit is van de vereiste reisdocumenten

Gesetzgeber beraten
raad geven aan wetgevers | advies geven aan wetgevers | wetgevers adviseren

Gesetzgeber beeinflussen
wetgevers beïnvloeden

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Der Gesetzgeber verfügt bei der Ausarbeitung einer Gesetzesregelung, die eine behördliche Einmischung in das Privatleben beinhaltet, über einen Ermessensspielraum, um ein faires Gleichgewicht zwischen den gegenseitigen Interessen des Einzelnen und der Gesellschaft insgesamt zu berücksichtigen (EuGHMR, 26. Mai 1994, Keegan gegen Irland, § 49; 27. Oktober 1994, Kroon u.a. gegen Niederlande, § 31; 2. Juni 2005, Znamenskaya gegen Russland, § 28; 24. November 2005, Shofman gegen Russland, § 34; 20. Dezember 2007, Phinikaridou gegen Zypern, §§ 51 bis 53; 25. Februar 2014, Ostace gegen Rumänien, § 33).
De wetgever beschikt bij de uitwerking van een regeling die een overheidsinmenging in het privéleven inhoudt, over een appreciatiemarge om rekening te houden met een billijk evenwicht tussen de tegenstrijdige belangen van het individu en de samenleving in haar geheel (EHRM, 26 mei 1994, Keegan t. Ierland, § 49; 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t. Rusland, § 28; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 34; 20 december 2007, Phinikaridou t. Cyprus, §§ 51 tot 53; 25 februari 2014, Ostace t. Roemenië, § 33).

Der Gesetzgeber verfügt bei der Festlegung seiner Politik in wirtschaftlich-sozialen Angelegenheiten über eine breite Ermessensbefugnis (EuGHMR, Große Kammer, 18. Februar 2009, Andrejeva gegen Lettland, § 83), was insbesondere der Fall ist, wenn es sich um die Politik bezüglich der Eingliederungszulagen handelt, die mit öffentlichen Mitteln finanziert werden.
De wetgever beschikt bij het bepalen van zijn beleid in sociaaleconomische aangelegenheden over een ruime beoordelingsbevoegdheid (EHRM, grote kamer, 18 februari 2009, Andrejeva t. Letland, § 83), wat met name het geval is wanneer het gaat om het beleid inzake inschakelingsuitkeringen die met overheidsfondsen worden gefinancierd.

Der Gesetzgeber verfügt über einen Ermessensspielraum, um bei der Ausarbeitung einer Gesetzesregelung, die eine behördliche Einmischung in das Privatleben beinhaltet, ein faires Gleichgewicht zwischen den gegenseitigen Interessen des Einzelnen und der Gesellschaft insgesamt zu berücksichtigen (EuGHMR, 26. Mai 1994, Keegan gegen Irland, § 49; 27. Oktober 1994, Kroon u.a. gegen Niederlande, § 31; 2. Juni 2005, Znamenskaya gegen Russland, § 28; 24. November 2005, Shofman gegen Russland, § 34; 20. Dezember 2007, Phinikaridou gegen Zypern, § § 51 bis 53; 25. Februar 2014, Ostace gegen Rumänien, § 33).
De wetgever beschikt bij de uitwerking van een regeling die een overheidsinmenging in het privéleven inhoudt, over een appreciatiemarge om rekening te houden met een billijk evenwicht tussen de tegenstrijdige belangen van het individu en de samenleving in haar geheel (EHRM, 26 mei 1994, Keegan t. Ierland, § 49; 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t. Rusland, § 28; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 34; 20 december 2007, Phinikaridou t. Cyprus, § § 51 tot 53; 25 februari 2014, Ostace t. Roemenië, § 33).

Der Gesetzgeber verfügt über einen Ermessensspielraum, um bei der Ausarbeitung einer Gesetzesregelung, die eine behördliche Einmischung in das Privatleben beinhaltet, ein faires Gleichgewicht zwischen den gegenseitigen Interessen des Einzelnen und der Gesellschaft insgesamt zu berücksichtigen (EuGHMR, 26. Mai 1994, Keegan gegen Irland, § 49; 27. Oktober 1994, Kroon u.a. gegen Niederlande, § 31; 2. Juni 2005, Znamenskaya gegen Russland, § 28; 24. November 2005, Shofman gegen Russland, § 34; 20. Dezember 2007, Phinikaridou gegen Zypern, § § 51-53; 25. Februar 2014, Ostace gegen Rumänien, § 33).
De wetgever beschikt over een appreciatiemarge om bij de uitwerking van een wettelijke regeling die een overheidsinmenging in het privéleven inhoudt, rekening te houden met een billijk evenwicht tussen de tegenstrijdige belangen van het individu en de samenleving in haar geheel (EHRM, 26 mei 1994, Keegan t. Ierland, § 49; 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t. Rusland, § 28; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 34; 20 december 2007, Phinikaridou t. Cyprus, § § 51-53; 25 februari 2014, Ostace t. Roemenië, § 33).

Der Gesetzgeber verfügt bei der Festlegung seiner Politik in wirtschaftlich-sozialen Angelegenheiten über eine breite Ermessensbefugnis (EuGHMR, Große Kammer, 18. Februar 2009, Andrejeva gegen Lettland, § 83), was insbesondere der Fall ist, wenn es sich um die Politik bezüglich der Pensionen handelt, die teilweise mit öffentlichen Mitteln finanziert werden (Entscheid Nr. 46/2015 vom 30. April 2015, B.5.2).
De wetgever beschikt bij het bepalen van zijn beleid in sociaaleconomische aangelegenheden over een ruime beoordelingsbevoegdheid (EHRM, grote kamer, 18 februari 2009, Andrejeva t. Letland, § 83), wat met name het geval is wanneer het gaat om het beleid inzake pensioenen die gedeeltelijk met overheidsfondsen worden gefinancierd (arrest nr. 46/2015 van 30 april 2015, B.5.2).

Der Gesetzgeber verfügt über einen Ermessensspielraum, um bei der Ausarbeitung einer Gesetzesregelung, die eine behördliche Einmischung in das Privatleben beinhaltet, ein faires Gleichgewicht zwischen den gegenseitigen Interessen des Einzelnen und der Gesellschaft insgesamt zu berücksichtigen (EuGHMR, 26. Mai 1994, Keegan gegen Irland, § 49; 27. Oktober 1994, Kroon u.a. gegen Niederlande, § 31; 2. Juni 2005, Znamenskaya gegen Russland, § 28; 24. November 2005, Shofman gegen Russland, § 34).
De wetgever beschikt over een appreciatiemarge om bij de uitwerking van een wettelijke regeling die een overheidsinmenging in het privéleven inhoudt, rekening te houden met een billijk evenwicht tussen de tegenstrijdige belangen van het individu en de samenleving in haar geheel (EHRM, 26 mei 1994, Keegan t. Ierland, § 49; 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t. Rusland, § 28; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 34).

Da in dieser Verfassungsbestimmung der Begriff « Kriminalsachen » nicht definiert wird, verfügt der Gesetzgeber über eine umfassende Ermessensbefugnis, um die jeweiligen Zuständigkeiten des Assisenhofes und der Korrektionalgerichte abzugrenzen.
Aangezien die grondwetsbepaling de term « criminele zaken » niet definieert, beschikt de wetgever over een ruime appreciatiebevoegdheid om de respectieve bevoegdheden van het hof van assisen en van de correctionele rechtbanken af te bakenen.

Wie in B.11.4 angeführt wurde, war der Gesetzgeber sich dessen bewusst, dass nicht jeder über die erforderliche Infrastruktur und die erforderlichen Fähigkeiten und Kenntnisse verfügt, um eine gerichtliche elektronische Adresse einsehen zu können, und wird die zuständige Behörde erst jedem Bürger tatsächlich eine gerichtliche elektronische Adresse zuteilen, wenn diese Infrastruktur vorhanden ist und diese Fähigkeiten und Kenntnisse in ausreichendem Maße und für alle Bevölkerungsgruppen verwirklicht sind.
Zoals is vermeld in B.11.4 was de wetgever zich ervan bewust dat niet iedereen over de benodigde infrastructuur en de vereiste vaardigheden en kennis beschikt om een gerechtelijk elektronisch adres te kunnen raadplegen en zal de bevoegde overheid pas tot de daadwerkelijke toewijzing van een gerechtelijk elektronisch adres aan elke burger overgaan wanneer die infrastructuur voorhanden is en die vaardigheden en kennis in voldoende mate en voor alle bevolkingsgroepen verwezenlijkt zijn.

Der Gerichtshof kann die in B.11.3 ausgedrückte Feststellung einer Rechtslücke nämlich nicht näher präzisieren, da er nicht über eine Beurteilungsbefugnis verfügt, die derjenigen des Gesetzgebers gleichwertig ist.
Het Hof kan de in B.11.3 uitgedrukte vaststelling van een leemte immers niet nader preciseren aangezien het niet beschikt over een beoordelingsbevoegdheid die gelijkwaardig is met die van de wetgever.