Artikel 11 stellt klar, dass im Falle einer Erweiterung des Amtsbereichs zugunsten von nicht residierenden Vertretern der Gemeinschaften und/oder Regionen die tägliche Bearbeitung der Akten der betreffenden Gemeinschaften und/oder Regionen - mit Ausnahme der spezifischen, in gemeinsamen Einverständnis zu bestimmenden Akten - weiterhin: von der betreffenden diplomatischen und konsularischen Vertretung wahrgenommen wird.
Artikel 11 verduidelijkt dat, in geval van uitbreiding van de activiteitenzone ten voordele van niet-residerende vertegenwoordigers van de Gemeenschappen en/of de Gewesten, de betrokken diplomatieke en consulaire posten verder instaan voor de dagelijkse behandeling van de dossiers van de Gemeenschappen en/of de Gewesten, met uitzondering van de in onderling overleg aan te duiden specifieke dossiers.