Werden in einer Abfallmitverbrennungsanlage mehr als 40 % der freigesetzten Wärme mit gefährlichen Abfällen erzeugt oder werden in der Anlage unaufbereitete gemischte Siedlungsabfälle mitverbrannt, so gelten die in Anhang VI Teil 3 festgelegten Emissionsgrenzwerte.
Wanneer in een afvalmeeverbrandingsinstallatie meer dan 40% van de vrijkomende warmte afkomstig is van gevaarlijk afval, of wanneer in de installatie onbehandeld ongesorteerd stedelijk afval wordt meeverbrand, zijn de emissiegrenswaarden van deel 3 van bijlage VI bij deze richtlijn van toepassing.