F. in der Erwägung, dass die sozioökonomischen Ungleichgewichte zwischen
den Mitgliedstaaten weiter zugenommen haben, während beim Ziel der regionalen Konvergenz das Gegenteil der Fall ist; in der Erwägung, dass der Unterschied zwischen den Arbeitslosenquoten der Kernländer und der Peripherieländer von 3,5 % im Jahr 2000 auf 10 % im Jahr 2013 angestiegen ist; in der Erwägung, dass durch diese Divergenz das Risiko der Zersplitterung steigt und die wirtschaftliche Stabilität und der soziale Zusammenhalt in der EU bedroht werden; in der Erwägung, dass im sechsten Kohäsionsbericht die Bedeutung der ESIF für die Überwindung der Ungleichhei
...[+++]ten insbesondere während der Krise hervorgehoben wird;
F. overwegende dat de sociaaleconomische onevenwichtigheden tussen lidstaten verder zijn toegenomen, terwijl het omgekeerde het geval is met betrekking tot de doelstelling van regionale convergentie; overwegende dat de kern-periferie-kloof voor werkloosheid is toegenomen van 3,5 % in 2000 tot 10 % in 2013; overwegende dat deze divergentie het risico van versplintering verhoogt en een bedreiging vormt voor de economische stabiliteit en de sociale cohesie van de Unie; overwegende dat in het zesde cohesieverslag de rol van de ESIF wordt benadrukt bij het bestrijden van ongelijkheid, met name tijdens de crisis;