(1) Die höchstzulässige Beihilfeintensität für Regionen nach Artikel 61 Absatz 3 Buchstabe a) wird auf 75 % Nettosubventionsäquivalent (NSÄ) der Erstinvestition festgelegt, wobei als Alternativhöchstgrenze ein Nettosubventionsäquivalent von 13 000 ECU je durch die Erstinvestition geschaffenen Arbeitsplatz gilt (70)
(1) De hoogst toegestane steunintensiteit die van toepassing is in regio's in de zin van artikel 61, lid 3, onder a), is vastgesteld op 75 % netto subsidie equivalent (NSE) van de aanvankelijke investeringen waarbij het alternatieve plafond een netto subsidie equivalent van 13 000 ecu per via de investering gecreëerde arbeidsplaats is (69).