36. ist der Auffassung, dass die Binnenmarktpolitik stets den sozialen Rechten und Interessen der europäischen Bürger Vorrang einräumen sollte; lehnt die Vorschläge der Kommission zur Binnenmarktakte, die auf Wettbewerbsfähigkeit und eine beschleunigte Liberalisierung abzielt, ab; fordert ein Moratorium für die Liberalisierung als ersten Schritt und fordert die Kommission auf, in Zusammenarbeit mit den betroffenen Akteuren Untersuchungen über die wirtschaftlichen und sozialen Folgen der Liberalisierung durchzuführen;
36. is van mening dat in elk internemarktbeleid de sociale rechten en belangen van de Europese burgers voorop moeten staan; wijst de voorstellen van de Commissie voor de Single Market Act af, die gericht zijn op concurrentievermogen en verhoging van het liberaliseringstempo; verzoekt in eerste instantie om een moratorium op liberaliseringsmaatregelen en verzoekt de Commissie in samenwerking met de betrokken actoren onderzoek te doen naar de sociaaleconomische gevolgen van zulke maatregelen;