Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de « dritten präjudiziellen frage bezweckt » (Allemand → Néerlandais) :

Mit der dritten präjudiziellen Frage bezweckt das vorlegende Rechtsprechungsorgan zu erfahren, ob die Artikel 1 und 3 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar seien, indem der Beklagte in einem Unterlassungsverfahren keine Widerklage einreichen könne, mit Ausnahme derjenigen wegen leichtfertiger und schikanöser Klage, während das Gerichtsgesetzbuch dieses Recht im Allgemeinen einem jeden Beklagten gewähre.

Met de derde prejudiciële vraag beoogt het verwijzende rechtscollege te vernemen of de artikelen 1 en 3 van de wet van 12 januari 1993 bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de verweerder in een stakingsprocedure geen tegenvordering kan instellen, behoudens die wegens tergend en roekeloos geding, terwijl het Gerechtelijk Wetboek dat recht in het algemeen aan iedere verweerder toekent.


Mit dem dritten Teil der zweiten präjudiziellen Frage bezweckt das vorlegende Rechtsprechungsorgan zu vernehmen, ob Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem ein Behandlungsunterschied eingeführt werde zwischen Privatpersonen, für die eine Verwaltungsbehörde eine « Wiederherstellungsklage » fordere, je nachdem, ob dies aufgrund von Artikel 149 des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung (nunmehr Artikel 6.1.41 des Flämischen Raumordnungskodex vom 15 ...[+++]

Met het derde onderdeel van de tweede prejudiciële vraag beoogt het verwijzende rechtscollege te vernemen of artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een verschil in behandeling in het leven wordt geroepen tussen private personen ten aanzien van wie een administratieve overheid een « herstelmaatregel » vordert, naargelang dit gebeurt op grond van artikel 149 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (thans artikel 6.1.41 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009), dan wel op grond van de in het geding zijnde bepalin ...[+++]


In der stark vergleichbaren dritten präjudiziellen Frage in den Rechtssachen Nrn. 4887 und 4899 und der zweiten präjudiziellen Frage in der Rechtssache Nr. 4917 wird ausserdem Artikel 6.1.2 des Flämischen Raumordnungskodex erwähnt.

In de sterk vergelijkbare derde prejudiciële vraag in de zaken nrs. 4887 en 4899 en de tweede prejudiciële vraag in de zaak nr. 4917 wordt bovendien artikel 6.1.2 van de VCRO vermeld.


Der verweisende Richter bezweckt mit der dritten präjudiziellen Frage, vom Hof zu vernehmen, ob Artikel 29 des Gesetzes vom 13. April 1995 über den Handelsvertretervertrag gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, ausgelegt in dem Sinne, dass dieser Gesetzesartikel nicht die Tragweite habe, dass die Wirksamkeit einer Wettbewerbsabrede nach dem später in Kraft getretenen Gesetz beurteilt werden könnte.

De verwijzende rechter beoogt met de derde prejudiciële vraag van het Hof te vernemen of artikel 29 van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in die zin geïnterpreteerd dat dit wetsartikel niet de draagwijdte heeft dat de geldigheid van een niet-concurrentiebeding zou mogen worden beoordeeld volgens de later in werking getreden wet.


Daraus ergibt sich, dass die den Gegenstand der ersten und zweiten präjudiziellen Frage bildende Behandlungsungleichheit der zwei Kategorien von Ausländern und die den Gegenstand der dritten präjudiziellen Frage bildende Gleichbehandlung nicht existieren, weshalb kein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den anderen in der präjudiziellen Frage genannten Bestimmungen, vorliegen kann.

Hieruit volgt dat de ongelijke behandeling van de twee categorieën van vreemdelingen die het voorwerp is van de eerste en de tweede prejudiciële vraag, en de gelijke behandeling die het voorwerp is van de derde prejudiciële vraag, niet bestaan, zodat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de andere in de prejudiciële vraag vermelde bepalingen, niet geschonden zouden kunnen zijn.


w