R. unter Hinweis auf Absatz 3 Unterabsatz 2 des Haager Programms, in dem die Notwendigkeit hervorgehoben wird, die Vielfalt der diversen Strukturen und traditionellen Merkmale der einzelstaatlichen Rechtssysteme und die Unabhängigkeit der Justiz in den Mitgliedstaaten zu achten und gleichzeitig eine verbesserte Qualität der Strafjustiz in Europa durch gegenseitiges Vertrauen zu fördern,
R. wijst op paragraaf 3.2 van het Haags programma waarin de nadruk wordt gelegd op de noodzaak tot inachtneming van de uiteenlopende structuren en tradities van de nationale rechtsstelsels en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in elke lidstaat en tegelijkertijd wordt gepleit voor een kwalitatief betere rechtspleging in Europa via wederzijds vertrouwen,