4. unterstreicht mit Nachdruck, dass sich eine neue Regelung in diesem Bereich nicht mit bestehenden Regelungen für bestimmte Einrichtungen überschneiden darf; weist darauf hin, dass dies besonders wichtig ist, um sich überschneidende Regelungen im Bank- und Finanzdienstleistungssektor zu vermeiden; bevorzugt einen funktionellen Regulierungsansatz, der den unterschiedlichen Risikoprofilen und Wettbewerbssituationen der verschiedenen Einrichtungen und der von den meisten Mitgliedstaaten anerkannten spezifischen Rolle der CSDS Rechnung trägt;
4. stelt zich met stelligheid op het standpunt dat alle nieuwe regelgeving op dit gebied niet mag leiden tot een verdubbeling van bestaande regelgeving; merkt op dat het vooral zaak is om dubbele regelgeving voor het bankwezen en de sector investeringsdiensten te voorkomen; geeft de voorkeur aan een functionele aanpak van regelgeving die rekening houdt met de uiteenlopende risicoprofielen en de mededingingssituatie van verschillende entiteiten evenals met de door de meeste lidstaten erkende rol van de CSD's;