« Für die Regularisierungsbeiträge, die im Falle des Beginns der Beschäftigung gemäß Artikel 41 § 2 geschuldet sind, beginnt die in Artikel 16 des königlichen Erlasses Nr. 38 festgelegte Verjährungsfrist am 1. Januar des dritten Jahres nach demjenigen, in dem die Tätigkeit angefangen hat.
« Voor de regularisatiebijdragen, verschuldigd bij begin van bezigheid overeenkomstig artikel 41, § 2 gaat de verjaringstermijn, vastgesteld door artikel 16 van het koninklijk besluit nr. 38, in, vanaf de 1° januari van het derde jaar volgend op dat waarin de bezigheid een aanvang nam.