Vertaling van " berufstätigkeit endgültig " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

bestimmte endgültige Einfuhr von Gegenständen | endgültige Einfuhr von Gegenständen
definitieve invoer van goederen

endgültiger Antidumpingzoll | endgültiger Zoll
definitief antidumpingrecht | definitief recht

endgültige technische Unterlagen | endgültiges technisches Aktenstück
definitief technisch dossier

Berufstätigkeit als Selbständiger
zelfstandige beroepsactiviteit

Einstellung der Berufstätigkeit
stopzetting van de beroepswerkzaamheid

Berufstätigkeit
beroepsarbeid

Drittausländer, dessen Asylbegehren endgültig negativ abgeschlossen ist
vreemdeling wiens asielverzoek definitief is afgewezen

abschließender Auditbericht (nom masculin) | Auditbericht (nom masculin) | endgültiger Auditbericht (nom masculin)
auditverslag (nom neutre)

Antidumpingzoll [ endgültiger Antidumpingzoll | vorläufiger Antidumpingzoll ]
antidumpingheffing [ anti-dumpingheffing | definitieve antidumpingheffing | voorlopige antidumpingheffing ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Während unter der früheren Regelung die Personen, die vom Tod ihres Ehepartners betroffen waren, veranlasst wurden, endgültig und überhastet praktisch jegliche Berufstätigkeit einzustellen, werden durch die neue Regelung die Dinge so organisiert, dass schließlich die Beibehaltung der Beschäftigung ermöglicht wird.
Terwijl de vroegere regelgeving de mensen die door het overlijden van hun echtgenoot werden getroffen, ertoe aanspoorde definitief en overhaast nagenoeg elke beroepsactiviteit te staken, is het nieuwe stelsel zo georganiseerd dat men op termijn aan het werk kan blijven.

2. Verstösst Artikel 3bis § 2 des königlichen Erlasses Nr. 22 vom 24. Oktober 1934, in der durch das Gesetz vom 4. August 1978 abgeänderten Fassung, der es dem Handelsgericht ermöglicht, ein Berufsverbot während einer Frist von drei bis zehn Jahren zu verhängen, gegen Artikel 23 der Verfassung, unter Berücksichtigung dessen, dass ein ähnliches Verbot die freie Wahl der Berufstätigkeit endgültig beeinträchtigen könnte, nachdem diese Massnahme unwirksam geworden ist?
2. Schendt artikel 3bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1978, dat het de rechtbank van koophandel mogelijk maakt een beroepsverbod gedurende een periode van drie tot tien jaar uit te spreken, artikel 23 van de Grondwet, ermee rekening houdende dat een dergelijk verbod de vrije keuze van beroepsarbeid definitief in het gedrang kan brengen nadat die maatregel heeft opgehouden uitwerking te hebben ?

2. Verstösst Artikel 3bis § 2 des königlichen Erlasses Nr. 22 vom 24. Oktober 1934, in der durch das Gesetz vom 4. August 1978 abgeänderten Fassung, der es dem Handelsgericht ermöglicht, ein Berufsverbot während einer Frist von drei bis zehn Jahren zu verhängen, gegen Artikel 23 der Verfassung, unter Berücksichtigung dessen, dass ein ähnliches Verbot die freie Wahl der Berufstätigkeit endgültig beeinträchtigen könnte, nachdem diese Massnahme unwirksam geworden ist?"
2. Schendt artikel 3bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1978, dat het de rechtbank van koophandel mogelijk maakt een beroepsverbod gedurende een periode van drie tot tien jaar uit te spreken, artikel 23 van de Grondwet, ermee rekening houdende dat een dergelijk verbod de vrije keuze van beroepsarbeid definitief in het gedrang kan brengen nadat die maatregel heeft opgehouden uitwerking te hebben ?"

Die in Artikel LIII. CII. 3, § 2 des Kodex des wallonischen öffentlichen Dienstes erwähnte Ausgleichszuwendung wird den in Artikeln 4 und 7 des vorliegenden Erlasses erwähnten Personalmitgliedern der Kabinette, die ihre Leistungen nicht gleichzeitig mit einer anderen Berufstätigkeit ausüben, und den in Artikel 11 erwähnten Personalmitgliedern der Kabinette, die ihr Amt innerhalb eines ministeriellen Kabinetts endgültig niederlegen und die keinen Anspruch auf die in Artikel 25 vorgesehene Abgangszuwendung haben, gewährt.
De in artikel LIII. CIII. 3, § 2, van de Waalse Ambtenarencode bedoelde compenserende vergoeding wordt toegekend aan de in artikelen 4 en 7 van dit besluit bedoelde personeelsleden van het Kabinet die hun functies niet cumuleren met een andere beroepsactiviteit en aan de in artikel 11 bedoelde personeelsleden die hun functies binnen een ministerieel Kabinet definitief neerleggen en die niet in aanmerking komen voor de in artikel 25 bedoelde forfaitaire vertrektoelage.