20. weist darauf hin, dass die künftige Gemeinsame Agrarpolitik finanziell so ausgestattet sein muss, dass die Versorgung der europäischen Bevölkerung mit Lebensmitteln weiterhin gesichert ist und sie auch anderen Herausforderungen – in Zusammenhang mit der Anpassung an den Klimawandel und der Eindämmung seiner verhängnisvollen Folgen, insbesondere bei der Verhütung der Folgen von Naturkatastrophen – gewachsen ist;
20. waarschuwt dat er voor het toekomstige gemeenschappelijk landbouwbeleid voldoende middelen beschikbaar moeten zijn om in het kader van de aanpassing aan de klimaatverandering en het verzachten van de negatieve gevolgen van die verandering, met name door het vermijden van de gevolgen van natuurrampen, de Europese bevolking van voedsel te kunnen blijven voorzien en eventuele andere uitdagingen waarmee Europa zal worden geconfronteerd, het hoofd te kunnen bieden;