Er enthält zwar einige positive Aspekte, wie etwa
den Hinweis auf den „vorrangigen Charakter des Grundsatzes der Subsidiarität, demzufolge die zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten frei über die Wahl der Aufträge, die Organisation und den Finanzierungsmodus der Dienstleistungen von allgemeinem Interesse und der Dienstleistungen von allgemeinem wirtschaftlichen Interesse entscheiden können“. Gleichzeitig aber lässt er die Möglichkeit offen, eine einheitliche europäische Definition dieser Dienste vorzuschreiben, die den Staaten ihre Regelungsbefugnis entziehen würde und zwangsläufig von einer Mehrheit geprägt wäre, die dem Begriff der ö
...[+++]ffentlichen Dienstleistung fern steht.
Hoewel er goede dingen in staan - zo wordt er bijvoorbeeld gewezen op “het fundamentele belang van het subsidiariteitsbeginsel, volgens welk de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vrij zijn in hun keuze van de taken, organisatie en wijze van financiering van de diensten van algemeen belang” -, wordt tegelijkertijd echter ook de mogelijkheid opengelaten om een uniforme Europese definitie van die diensten op te leggen.