(4) Die in den Absätzen 1 und 2 genannten einzelstaatlichen Rechts- und Verwaltungsvorschriften werden auf die nicht ansässigen Verkehrsunternehmer unter denselben Bedingungen wie gegenüber Verkehrsunternehmen, die im Aufnahmemitgliedstaat niedergelassen sind, angewandt, damit jede Diskriminierung aufgrund der Staatsangehörigkeit oder des Niederlassungsorts ausgeschlossen ist.
4. De lidstaat van ontvangst past de in de leden 1 en 2 bedoelde nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen onder dezelfde voorwaarden toe op de niet op zijn grondgebied gevestigde vervoerders als op de op zijn grondgebied gevestigde vervoerders, zodat discriminatie op grond van nationaliteit of plaats van vestiging wordt uitgesloten.