Ich persönlich glaube, dass eine gewisse pragmatische Untätigkeit nicht unbedingt immer ein Grund zur Sorge sein muss. In diesem speziellen Bereich und in einer Zeit, in der die Bedrohung durch den Terrorismus groß ist – auch 1999 gab es terroristische Bedrohung –, wird die recht unsichere Botschaft vermittelt, dass der Ratsvorsitz und die Kommission und bedauerlicherweise allzu viele, die damals wie heute in diesem Haus sitzen, offensichtlich glauben, dass die vordringlichste Aufgabe darin besteht, die Passerelle-Klausel nach Artikel 42 einzuführen.
Ik ben zelf van mening dat wij ons niet altijd zorgen hoeven te maken over die pragmatische inactiviteit. Op dit specifieke gebied en in een periode met een grote terroristische dreiging - en ook in 1999 was er overigens al sprake van terroristische dreiging - wordt de zeer onzekere boodschap gestuurd dat het voorzitterschap, de Commissie en helaas ook te veel afgevaardigden in het huidige en toenmalige Parlement van mening lijken te zijn dat de meest urgente zaak die er op dit moment speelt, het in werking stellen van de “passerelle -clausule” van artikel 42 is.
