11. ist ferner der Auffassung, dass die Reduzierung der Ausfuhrerstattungen, bei denen die Europäische Union weitere Zugeständnisse zu machen geneigt ist, mit den anderen Industrieländern ausgehandelt werden sollte und nicht einseitig angewandt werden darf, da dies ansonsten den paradoxen Effekt haben könnte, dass diese Länder dadurch Vorteile haben, und ist auf jeden Fall der Auffassung, dass eine jede solche Reduzierung der unterschiedlichen Sensibilität im Hinblick auf die betreffenden Erzeugnisse Rechnung tragen sollte;
11. is voorts van oordeel dat over de beperking van de exportsubsidies, die de Europese Unie voorts bereid is aan te brengen, met de andere geïndustrialiseerde landen moet worden onderhandeld en niet eenzijdig moet worden toegepast, omdat deze anders een tegengesteld effect zou kunnen hebben door een bevoordeling van deze landen, en is in ieder geval van oordeel dat bij zo'n beperking rekening moet worden gehouden met de uiteenlopende gevoeligheid van de producten in kwestie;
