Bei den meisten vertikalen Beschränkungen ergeben sich wettbewerbsrechtliche Bedenken ausschließlich bei unzureichendem Wettbewerb auf mindestens einer Handelsstufe, d. h., wenn der Anbieter oder der Abnehmer oder beide über eine gewisse Marktmacht verfügen.
De meeste verticale beperkingen kunnen alleen tot mededingingsproblemen leiden wanneer er op een of meer handelsniveaus onvoldoende concurrentie is, d.w.z. wanneer er op leveranciers- of afnemersniveau, of op beide niveaus, sprake is van een zekere mate van marktmacht.