Das Übereinkommen von 1964 hat zwei wesentliche Nachteile: Die große Zahl an Vorbehalten [105], die von den meisten Mitgliedstaten eingelegt wurden, und an Ablehnungsgründen [106], die die Anwendung des Übereinkommens unwirksam machen.
Het Verdrag van 1964 heeft twee grote nadelen: het vele voorbehoud [105] dat door de meeste lidstaten is gemaakt en de weigeringsgronden [106] die de toepassing ervan ondoeltreffend maakt.