16. bezweifelt beispielsweise, ob es sinnvoll ist, eine Hilfsmission an die libyschen Grenzen (EUBAM Libyen) zu entsenden und auf Dauer zu stationieren, in einem institutionellen und sicherheitspolitischen Umfeld, in dem es nie möglich war, die für dieses Gebiet festgelegten elementaren Ziele zu erfüllen; fordert eine Neubewertung vorzunehmen, was die Notwendigkeit einer Mission in Libyen betrifft, zumal in Anbetracht der besorgniserregenden jüngsten Entwicklungen die Sicherheitsbedenken angemessen berücksichtigt werden müssen, auch in Verbindung mit den laufenden Bemühungen gegen den Terrorismus in Mali und in der Sahelzone;
16. heeft onder andere twijfels over de aanvang en het behoud van een missie voor grensbeheer in Libië (EUBAM, Libië), in een institutionele en veiligheidscontext die nog altijd zodanig is dat de vastgestelde basisdoelstellingen niet kunnen worden gehaald; verzoekt om de behoeften van Libië opnieuw te beoordelen in het licht van de recente zorgwekkende ontwikkelingen, om zo gepast te kunnen reageren op veiligheidsproblemen, bijvoorbeeld in verband met de voortgezette inspanningen in de strijd tegen terrorisme in Mali en de Sahel;
