(3) Die Mitgliedstaaten sorgen dafür, dass Zweigniederlassungen eine einheitliche Kennung haben, die ihre zweifelsfreie Ermittlung bei der Kommunikation zwischen Registern über das System der Vernetzung von Zentral-, Handels- und Gesellschaftsregistern ermöglicht, das gemäß Artikel 4a Absatz 2 der Richtlinie 2009/101/EG eingerichtet wurde.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat bijkantoren een unieke identificatiecode krijgen waardoor zij eenduidig kunnen worden geïdentificeerd in de communicatie tussen registers via het systeem van gekoppelde centrale, handels- en vennootschapsregisters, dat overeenkomstig artikel 4 bis, lid 2, van Richtlijn 2009/101/EG is ingesteld.