Auch in der Annahme, dass die angefochten
en Werbeverbote den Artikeln 28 und 49 des EG-Vertrags Abbruch tun, geht der Hof - unter Berücksichtigung der Tatsache, dass die Werbung gemäss der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofes eine « Verkaufsmodalität » darstellt, der Tatsach
e, dass die Verbote nicht zum Ziel haben, den Warenhandel zwischen Mitgliedstaaten zu regeln, und der Tatsache, dass diese Verbote faktisc
h und rech ...[+++]tlich den gleichen Einfluss auf die Vermarktung einheimischer Produkte wie auf diejenige von Produkten aus anderen Mitgliedstaaten ausüben - davon aus, dass die angefochtenen Werbeverbote mit dem Gemeinschaftsrecht vereinbar sind, aufgrund der Bedeutung, die dieses Recht, insbesondere in Artikel 30 des EG-Vertrags, dem Schutz der Volksgesundheit beimisst.Zelfs in de veronderstelling dat de bestreden verbodsbepalingen inzake reclame afbreuk
zouden doen aan de artikelen 28 en 49 van het E.G.-Verdrag, oordeelt het Hof - in overweging nemend het feit dat de
reclame, volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie, een « verkoopmodaliteit » vormt, het feit dat d
e verbodsbepalingen niet tot doel hebben de handel van goederen tussen Lid-Staten te regelen en het feit dat die verbodsbepalin
...[+++]gen in feite en in rechte dezelfde invloed hebben op de verhandeling van nationale producten en op die van producten uit de andere Lid-Staten - dat de bestreden verbodsbepalingen op reclame bestaanbaar zijn met het gemeenschapsrecht om reden van het belang dat dit recht, en in het bijzonder artikel 30 van het E.G.-Verdrag, voorbehoudt aan de bescherming van de volksgezondheid.