Art. 31. In der Flämischen Region sind auf die Tiere und Teile von Tieren, die in Übereinstimmung mit dem Gesetz vom 15. April 1965 über die Beschau und die Vermarktung von Fisch, Geflügel, Kaninchen und Wild bei der Beschau für den menschlichen Verzehr für ungeeignet befunden oder erklärt wurden, die zur Durchführung dieses Abschnitts erlassenen Vorschriften anwendbar, insoweit es um Abfälle im Sinne von Artikel 2 1° diese Dekrets geht».
Art. 31. In het Vlaamse Gewest zijn op de dieren en gedeelten van dieren, die bij de keuring voor consumptie door de mens ongeschikt worden bevonden of verklaard overeenkomstig de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, de voorschriften van toepassing vastgesteld in uitvoering van deze afdeling, voor zover het afvalstoffen betreft, als bedoeld in artikel 2, 1°, van dit decreet».