Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Die Abteilung wird Sie über dieses Bedenken vernehmen
Die Zeugen verhören
Eine Sache vernehmen unter Ausschluß der Öffentlichkeit
Zeugen vernehmen

Traduction de « vernehmen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
die Abteilung wird Sie über dieses Bedenken vernehmen

de afdeling zal U over dit bezwaar horen


die Zeugen verhören | Zeugen vernehmen

de getuigen verhoren | getuigen horen


eine Sache vernehmen unter Ausschluß der Öffentlichkeit

een zaak met gesloten deuren behandelen
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof vernehmen, ob die fragliche Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, indem Arbeitgeber, die Arbeitnehmer einstellten, die infolge des Konkurses, der Schließung oder der Liquidation eines Unternehmens im Zeitraum vom 1. Februar bis zum 30. Juni 2011 entlassen worden seien, keine Zielgruppenermäßigung in Anspruch nehmen könnten, während einerseits Arbeitgeber, die Arbeitnehmer einstellten, die infolge des Konkurses, der Schließung oder der Liquidation eines Unternehmens ab dem 1. Juli 2011 entlassen worden seien, und andererseits Arbeitgeber, die Arbeitnehmer einstellt ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat de werkgevers die werknemers in dienst nemen die ingevolge het faillissement, de sluiting of de vereffening van een onderneming werden ontslagen in de periode van 1 februari tot 30 juni 2011, geen doelgroepvermindering kunnen genieten, terwijl, enerzijds, de werkgevers die werknemers in dienst nemen die ingevolge het faillissement, de sluiting of de vereffening van een onderneming werden ontslagen vanaf 1 juli 2011 en, anderzijds, de werkgevers die werknemers in dienst nemen die ingevolge een her ...[+++]


Der vorlegende Richter möchte vernehmen, ob Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches vereinbar sei mit den Artikeln 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern darin dem Kind im Alter von über 22 Jahren zur Einreichung einer Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung eine Frist von einem Jahr ab der Entdeckung der Tatsache, dass die Person, die es anerkannt habe, nicht sein Vater sei, auferlegt werde, und zwar in der Hypothese, dass die väterliche Anerkennung weder mit der biologischen noch mit der sozialaffektiven Wahrheit übereinstimme.

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de persoon die het heeft erkend zijn vader niet is om een vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning in te stellen en zulks in de hypothese dat de vaderlijke erkenning noch met de biologische noch met de socioaffectieve waarheid overeenstemt.


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof vernehmen, ob der Behandlungsunterschied zwischen Ausländern je nach der Art des Verstoßes, der der Verurteilung zugrunde liege, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei (erste Vorabentscheidungsfrage), und ob gegen diese Verfassungsartikel verstoßen werde, wenn die fraglichen Bestimmungen dergestalt interpretiert würden, dass bei einer Verurteilung aufgrund eines Verstoßes gegen die Sozialgesetzgebung dem Richter kein Ermessensspielraum gelassen werde, ob der der strafrechtlichen Verurteilung zugrunde liegende Sachverhalt als schwerwiegender persönlicher Fakt zu werten sei ode ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of het verschil in behandeling van vreemdelingen, naar gelang van de aard van de inbreuk waarvoor zij zijn veroordeeld, verenigbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (eerste prejudiciële vraag), en of die grondwetsartikelen worden geschonden wanneer de in het geding zijnde bepalingen in die zin worden geïnterpreteerd dat bij een veroordeling op grond van een inbreuk op de sociale wetgeving aan de rechter geen beoordelingsvrijheid wordt gelaten om te oordelen of de feiten die aan de strafrechtelijke veroordeling ten grondslag liggen, dienen te worden aangemerkt als gewichtige ...[+++]


Mit der ersten Vorabentscheidungsfrage möchte das vorlegende Rechtsprechungsorgan vernehmen, ob Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches mit den Grundsätzen der Gewaltentrennung und der Unabhängigkeit des Richters, mit dem Recht auf ein faires Verfahren und auf eine geordnete Rechtspflege, mit dem Grundsatz des berechtigten Vertrauens, mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei.

Met de eerste prejudiciële vraag wenst het verwijzende rechtscollege te vernemen of artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de beginselen van de scheiding der machten en van de onafhankelijkheid van de rechter, met het recht op een eerlijk proces en op een behoorlijke rechtsbedeling, met het vertrouwensbeginsel, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof vernehmen, ob Artikel 1 des Gesetzes vom 20. Juli 1971 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstoße, da der fragliche Artikel keine Ausnahme von dem Prinzip vorsehe, wonach ein Kind ausschließlich oder hauptsächlich einer in Belgien wohnhaften natürlichen Person zu Lasten sein müsse, wenn dieses Kind Waise geworden sei, während für Kinder, auf die die koordinierten Gesetze vom 19. Dezember 1939 über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger - nunmehr das Allgemeine Familienbeihilfengesetz (AFBG) - anw ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van mens, schendt, aangezien door het in het geding zijnde artikel niet in een uitzondering wordt voorzien op het principe dat een kind uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste moet zijn van een in België verblijvende natuurlijke persoon, wanneer dat kind wees is geworden, terwijl voor kinderen op wie de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders - thans de Algemene kinderbi ...[+++]


Mit seinen Vorabentscheidungsfragen möchte der vorlegende Richter vom Gerichtshof vernehmen, ob Artikel 40 des flämischen Wohngesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, indem dadurch die sozialen Wohnungsbaugesellschaften verpflichtet würden, die vorerwähnte Mustersatzung anzunehmen, so dass in Bezug auf das Stimmrecht und die Teilnahme an der Abstimmung in Gesellschaften mit sozialer Zielsetzung andere Regeln gelten würden als in anderen Gesellschaften (erste Vorabentscheidungsfrage) und andere Regeln für die privaten Gesellschafter oder Aktionäre als für die öffentlich-rechtlichen Gesellschafter oder Aktionäre ge ...[+++]

Met zijn prejudiciële vragen wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 40 van de Vlaamse Wooncode de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat het de sociale huisvestingsmaatschappijen ertoe verplicht de voormelde modelstatuten aan te nemen, zodat met betrekking tot het stemrecht en de deelname aan de stemming in vennootschappen met een sociaal oogmerk andere regels gelden dan in andere vennootschappen (eerste prejudiciële vraag) en andere regels gelden voor de private aandeelhouders dan voor de publiekrechtelijke aandeelhouders (tweede prejudiciële vraag).


Die zweite Vorabentscheidungsfrage in den Rechtssachen Nrn. 5640 und 5641 zielt darauf ab, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob der in B.1.2 zitierte Artikel 7 des Sondergesetzes vom 19. Juli 2012 mit den Artikeln 4, 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, « insofern diese Bestimmung dahingehend ausgelegt werden soll, dass bei der Nichternennung eines Bürgermeisters in einer der Randgemeinden nicht das Verhalten des Kandidaten während des Zeitraums vor dem Inkrafttreten dieses Sondergesetzes berücksichtigt werden kann, auch wenn dieses Verhalten noch immer aktuell und relevant ist, wenn ausdrücklich daran festgehalten wird, während für die ...[+++]

De tweede prejudiciële vraag in de zaken nrs. 5640 en 5641 strekt ertoe van het Hof te vernemen of het in B.1.2 geciteerde artikel 7 van de bijzondere wet van 19 juli 2012 bestaanbaar is met de artikelen 4, 10 en 11 van de Grondwet, « in zoverre die bepaling moet worden geïnterpreteerd in die zin dat bij de niet-benoeming van een burgemeester in één van de randgemeenten géén rekening mag gehouden worden met het gedrag van de kandidaat in de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van die bijzondere wet, ook al is dat gedrag nog steeds actueel en relevant wanneer er expliciet in volhard wordt, terwijl voor de benoeming van burgemeeste ...[+++]


Die erste Vorabentscheidungsfrage zielt darauf ab, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob der in B.1.1 zitierte Artikel 13bis des Neuen Gemeindegesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit deren Artikel 4, vereinbar sei, insofern er zu einem Behandlungsunterschied hinsichtlich des Verfahrens zur Ernennung zum Bürgermeister zwischen den Kandidaten in den Randgemeinden und den Kandidaten in den anderen Gemeinden des niederländischen Sprachgebiets führe, indem er für die erstere Kategorie ein abweichendes Verfahren vorsehe, wonach ein Entscheid der Generalversammlung der Verwaltungsstreitsachenabteilung des S ...[+++]

De eerste prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of het in B.1.1 geciteerde artikel 13bis van de Nieuwe Gemeentewet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 4, van de Grondwet in zoverre het een verschil in behandeling doet ontstaan, wat de procedure van benoeming tot burgemeester betreft, tussen de kandidaten in de randgemeenten en de kandidaten in de overige gemeenten van het Nederlandse taalgebied, doordat het voor de eerste categorie in een afwijkende procedure voorziet volgens welke een arrest van de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad va ...[+++]


Aus der Vorlageentscheidung und deren Begründung ergibt sich, dass der vorlegende Richter, wie der Ministerrat andeutet, vom Gerichtshof vernehmen möchte, ob die fragliche Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem das darin vorgesehene Umwandlungsverfahren nicht angewandt werden könne, um eine im Ausland verhängte Freiheitsstrafe in eine Geldbuße umzuwandeln.

Uit de verwijzingsbeslissing en de motivering ervan blijkt dat de verwijzende rechter, zoals de Ministerraad suggereert, van het Hof wenst te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de erin bepaalde omzettingsprocedure niet kan worden aangewend om een in het buitenland uitgesproken vrijheidsbenemende straf om te zetten in een geldboete.


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof vernehmen, ob Artikel 5 Absatz 3 Nr. 2 des Strafgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern darin die in Gründung befindlichen Handelsgesellschaften den strafbaren juristischen Personen gleichgestellt würden, während dieselbe Gleichstellung nicht für « die in Gründung befindlichen zivilrechtlichen juristischen Personen » vorgesehen sei.

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel 5, derde lid, 2°, van het Strafwetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de handelsvennootschappen in oprichting met strafbare rechtspersonen gelijkstelt, terwijl het niet in eenzelfde gelijkstelling voorziet voor « burgerrechtelijke rechtspersonen in oprichting ».




D'autres ont cherché : zeugen vernehmen     die zeugen verhören      vernehmen     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' vernehmen' ->

Date index: 2022-08-19
w