Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Befragter
Erschwerender Umstand
Mildernder Umstand
Milderungsgrund
Mit Druck aufgrund unerwarteter Umstände umgehen
Ohne weitere Umstände oder Kosten
Strafmildernder Umstand
Umstand
Zugbewegungen beeinflussende Umstände überwachen

Vertaling van " umstand befragt " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE


mildernder Umstand | Milderungsgrund | strafmildernder Umstand

strafverlichtende omstandigheid | verzachtende omstandigheid


ohne weitere Umstände oder Kosten

zonder enige andere vorm van proces en zonder kosten






auf sich verändernde Umstände in der Navigation reagieren

reageren op veranderende navigatieomstandigheden


mit Druck aufgrund unerwarteter Umstände umgehen

omgaan met druk door onverwachte omstandigheden


Zugbewegungen beeinflussende Umstände überwachen

omstandigheden controleren die treinbewegingen beïnvloeden




IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Der Gerichtshof wird ebenfalls zu dem Behandlungsunterschied zwischen der ersten Kategorie der vorerwähnten Ehepaare und den Ehepaaren befragt, von denen einer der Partner Einkünfte bezieht, die vertragsgemäß unter Progressionsvorbehalt befreit sind und aus einem Mitgliedsstaat der Europäischen Union stammen, die jedoch nicht den Steuervorteil für Kinder zu Lasten verlören, angesichts des Umstands, dass für sie die Anwendung von Artikel 134 des EStGB 1992 ausgeschlossen werden müsse im Anschluss an das Urteil Imfeld-Garcet des Gericht ...[+++]

Aan het Hof wordt eveneens een vraag gesteld over het verschil in behandeling dat bestaat tussen de eerste categorie van voormelde echtparen en de echtparen waarvan een echtgenoot inkomsten ontvangt die bij overeenkomst zijn vrijgesteld onder progressievoorbehoud en afkomstig zijn uit een lidstaat van de Europese Unie, maar die het belastingvoordeel voor kinderen ten laste niet verliezen doordat, voor hen, artikel 134 van het WIB 1992 buiten toepassing moet worden gelaten ten gevolge van het arrest Imfeld-Garcet van het Hof van Justitie van de Europese Unie (C-303/12, 12 december 2013) en het arrest van het Hof nr. 68/2014 van 24 april 2 ...[+++]


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit von Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte (nachstehend: Gesetz vom 17. Mai 2006), in Verbindung mit den Artikeln 25, 56 Absatz 2 und 80 des Strafgesetzbuches und mit Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt.

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (hierna : de wet van 17 mei 2006), in samenhang gelezen met de artikelen 25, 56, tweede lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden.


Aus dem Umstand, dass der Gerichtshof in der Vorabentscheidungsfrage gebeten wird, sich zur Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmungen mit Artikel 172 Absatz 1 der Verfassung zu äußern, kann abgeleitet werden, dass der Gerichtshof zu einem Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung befragt wird, insofern darin der Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung zum Ausdruck gebracht wird.

Uit de omstandigheid dat in de prejudiciële vraag het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met artikel 172, eerste lid, van de Grondwet kan worden afgeleid dat aan het Hof een vraag wordt gesteld over de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre daarin het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt uitgedrukt.


Insofern das vorlegende Rechtsprechungsorgan den Hof zu dem Umstand befragt, dass eine durch die Region Brüssel-Hauptstadt erteilte Genehmigung nur für das Gebiet der Flämischen Region anerkannt wird, sofern keine Fahrgäste auf dem Gebiet der Flämischen Region ein- oder aussteigen, beziehen die präjudiziellen Fragen sich in Wirklichkeit auf Artikel 49bis des Erlasses der Flämischen Regierung vom 18. Juli 2003 über die Taxidienste und die Dienste für die Vermietung von Personenkraftwagen mit Fahrer.

In zoverre het verwijzende rechtscollege het Hof ondervraagt over het feit dat een door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest uitgereikte vergunning enkel wordt erkend voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest voor zover er geen reizigers in- of uitstappen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, viseren de prejudiciële vragen in werkelijkheid artikel 49bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Er wird ebenfalls zu dem Umstand befragt, dass der Ausländer selbst nicht die Initiative ergreifen könne, um die Berufungsfrist beginnen zu lassen, indem er die Entscheidung des Gerichtes erster Instanz dem Prokurator des Königs zustellen lasse.

Het wordt eveneens ondervraagd over het feit dat de vreemdeling zelf niet het initiatief kan nemen om de termijn van hoger beroep te doen ingaan door de beslissing van de rechtbank van eerste aanleg aan de procureur des Konings te laten betekenen.


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan befragt den Hof ferner zu dem Umstand, dass die betreffenden Bestimmungen den Strafrichter daran hindern würden, mildernde Umstände sowie Artikel 21ter des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches zu berücksichtigen oder die Massnahmen im Sinne des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung zu gewähren.

Het verwijzende rechtscollege ondervraagt het Hof nog over het feit dat de in het geding zijnde bepalingen de strafrechter zouden verhinderen rekening te houden met verzachtende omstandigheden, en met artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, of de maatregelen bepaald in de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie te verlenen.


O. in der Erwägung, dass sein vom Ausschuss für bürgerliche Freiheiten, Justiz und Inneres befragter Juristischer Dienst zu dem Schluss gekommen ist, dass die einschlägigen Bestimmungen des Gemeinschaftsrechts nicht zulassen, dass in nationalen Rechtsordnungen im Falle eines Verbrechens oder einer Straftat allein die Tatsache als allgemein erschwerender Umstand betrachtet wird, dass es sich bei der betreffenden Person um einen Bürger eines Mitgliedstaats handelt, der sich illegal im Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats aufhält,

O. overwegende dat zijn Juridische Dienst, die over dit onderwerp is geraadpleegd door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, heeft geconcludeerd dat "de desbetreffende bepalingen van het communautair recht zich verzetten tegen een nationale wetgeving waarin het enkele feit dat de persoon in kwestie onderdaan is van een lidstaat en illegaal aanwezig is op het grondgebied van een andere lidstaat, wordt beschouwd als een algemene verzwarende omstandigheid ten aanzien van een begane misdaad of delict",


O. in der Erwägung, dass sein vom Ausschuss für bürgerliche Freiheiten, Justiz und Inneres befragter Juristischer Dienst zu dem Schluss gekommen ist, dass die einschlägigen Bestimmungen des Gemeinschaftsrechts nicht zulassen, dass in nationalen Rechtsordnungen im Falle eines Verbrechens oder einer Straftat allein die Tatsache als allgemein erschwerender Umstand betrachtet wird, dass es sich bei der betreffenden Person um einen Bürger eines Mitgliedstaats handelt, der sich illegal im Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats aufhält,

O. overwegende dat zijn Juridische Dienst, die over dit onderwerp is geraadpleegd door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, heeft geconcludeerd dat "de desbetreffende bepalingen van het communautair recht zich verzetten tegen een nationale wetgeving waarin het enkele feit dat de persoon in kwestie onderdaan is van een lidstaat en illegaal aanwezig is op het grondgebied van een andere lidstaat, wordt beschouwd als een algemene verzwarende omstandigheid ten aanzien van een begane misdaad of delict",


Der Staatsrat befragt den Hof zur Vereinbarkeit dieser Artikel 9 und 12bis in Verbindung mit Artikel 26 § 2 des königlichen Erlasses vom 8. Oktober 1981 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie Ausländern, die sich in einem der in Artikel 10 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 vorgesehenen Fälle befänden, die Möglichkeit versagten, aussergewöhnliche Umstände geltend zu machen, die es ihnen erlaubten, bei den Behörden der Gemeinde ihres Aufenthaltsortes die für den Aufenthalt auf dem Gebiet des Königreichs erforderlichen ...[+++]

De Raad van State stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van die artikelen 9 en 12bis, in samenhang gelezen met artikel 26, § 2, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981, doordat zij de vreemdeling die zich bevindt in een van de gevallen waarin artikel 10 van de wet van 15 december 1980 voorziet, de mogelijkheid ontnemen buitengewone omstandigheden aan te voeren die hem toestaan aan de overheden van de gemeente waar hij verblijft de documenten aan te vragen die nodig zijn voor zijn verblijf op het grondgebied van het Rijk, terwijl een vreemdeling die zich niet in een van de bij ar ...[+++]


In der fünften präjudiziellen Frage wird der Hof bezüglich der rückwirkenden Kraft des Bestätigungsgesetzes über den Umstand befragt, dass die königlichen Erlasse vom 23. und 30. Dezember 1996 in der dritten und vierten Ausgabe des Belgischen Staatsblatts vom 31. Dezember 1996, die kurz nach diesem Datum erschienen sind, veröffentlicht worden sind.

In de vijfde prejudiciële vraag wordt, met betrekking tot de terugwerkende kracht van de bekrachtigingswet, het Hof ondervraagd over de omstandigheid dat de koninklijke besluiten van 23 en 30 december 1996 die zijn bekendgemaakt in de derde en de vierde uitgave van het Belgisch Staatsblad van 31 december 1996, die kort na die datum zijn verschenen.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' umstand befragt' ->

Date index: 2024-09-14
w