Vertaling van " sogenannten mehr " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Grundsatz mehr für mehr | Konzept mehr für mehr | leistungsbezogener Ansatz | mehr für mehr
meer voor meer | meer-voor-meer -beginsel

Mehr-Station/Mehr-Leitungs-Konferenz
multi-toestel-/multi-buitenlijnconferentie

mehr oder minder | mehr oder weniger
min of meer

Forderung mit einer Restlaufzeit von mehr als einem Jahr
vordering op meer dan een jaar

Garantie mit einer Laufzeit von mehr als einem Jahr
waarborg op méér dan één jaar

gewinnbringende Anlage mit einer Laufzeit von mehr als einem Jahr
renderende belegging op meer dan een jaar

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

basiert auf einem Anreizkonzept (dem sogenannten mehr für mehr-Ansatz), um eine stärkere Unterstützung für Partner zu ermöglichen, die sich wirklich für den Aufbau einer nachhaltigen Demokratie einsetzen.
gebaseerd zijn op een op stimulansen gebaseerde aanpak (de zogenaamde meer voor meer-aanpak) waarbij er meer steun mogelijk is voor partners die daadwerkelijk een duurzame democratie doorvoeren.

A. in der Erwägung, dass mehr als 22 % der jungen Menschen in der EU arbeitslos sind und die Jugendarbeitslosigkeit in einigen Mitgliedstaaten mehr als 55 % beträgt; in der Erwägung, dass 13 % der Europäer unter 25 Jahren weder eine Arbeit haben noch eine schulische oder berufliche Ausbildung absolvieren (die sogenannten „NEET“), dass 12 % der Kinder die Schule verlassen, ohne die Sekundarstufe abgeschlossen zu haben, und dass mehr als 10 % der EU-Bürger in Erwerbslosenhaushalten leben; in der Erwägung, dass diese Situation zu ernsthaften sozialen Folgen für die Gesellschaft und den Einzelnen führen könnte, und in der Erwägung, dass diese Probleme weiter zunehmen und die Gefahr einer verlorenen Generation bergen;
A. overwegende dat het jeugdwerkloosheidspercentage in de EU meer dan 22 % bedraagt en in sommige lidstaten meer dan 55 %; overwegende dat 13 % van alle Europeanen onder de 25 jaar niet werkt en geen onderwijs of opleiding volgt, 12 % van alle kinderen de school verlaat zonder het middelbaar onderwijs te hebben afgerond en meer dan 10 % van alle EU-burgers in een huishouden woont waar niemand een baan heeft; overwegende dat deze situatie ernstige sociale gevolgen kan hebben voor de samenleving en het individu en dat deze problemen maar blijven toenemen, waardoor er een verloren generatie dreigt te ontstaan;

Die Richtlinie legt die Bedingungen für die Einreise von Nicht-EU-Bürgern (sogenannten Drittstaatsangehörigen) und ihren Familienangehörigen in das Hoheitsgebiet der EU-Länder und für den Aufenthalt von mehr als 90 Tagen im Rahmen eines unternehmensinternen Transfers in einer oder mehreren Niederlassungen fest.
Deze wetgeving stelt de voorwaarden vast die gelden voor niet-EU-burgers (onderdanen van derde landen) en hun familie wanneer ze door hun bedrijf worden overgeplaatst in een of meer centra in de EU voor een periode van langer dan 90 dagen.

In Bezug auf die sogenannten ' kleinen ' Parzellierungen unterscheidet Artikel 74 des Städtebaugesetzes zunächst zwischen Parzellierungsbewilligungen aus der Zeit vor dem 22. April 1962 - Datum des Inkrafttretens des Städtebaugesetzes -, die verfallen sind, ' wenn der Verkauf von mindestens einem Drittel der Parzellen nicht vor dem 1. Oktober 1970 registriert ist ' (Artikel 74 § 1 Absatz 4), und sodann Parzellierungsgenehmigungen, die zwischen dem 22. April 1962 und dem 31. Dezember 1965 erteilt wurden und verfallen sind, ' wenn der Verkauf von mindestens einer der Parzellen nicht vor dem 1. Oktober 1970 der Registrierungsformalität unterzogen wird ' (Artikel 74 § 3 Absatz 1 Nr. 1), sowie schliesslich Parzellierungsgenehmigungen, die zwischen dem 1. Januar 1966 und dem 15. Februar 1971 - dem Datum des Inkrafttretens des Gesetzes vom 22. Dezember 1970 - erteilt wurden und verfallen sind, ' wenn der Verkauf oder die Vermietung für mehr als neun Jahre von mindestens einem Drittel der Parzellen nicht innerhalb von fünf Jahren ab dem Datum der Genehmigung der Registrierungsformalität unterzogen wird ' (Artikel 74 § 3 Absatz 1 Nr. 2).
Wat de zogenaamde ' kleine ' verkavelingen betreft, maakt artikel 74 van de stedenbouwwet een onderscheid tussen, allereerst, verkavelingsakkoorden die dateren van vóór 22 april 1962 - datum van de inwerkingtreding van de stedenbouwwet - die vervallen zijn ' indien de verkoop van minstens een derde van de percelen niet vóór 1 oktober 1970 is geregistreerd ' (artikel 74, § 1, vierde lid), vervolgens, verkavelingsvergunningen afgegeven tussen 22 april 1962 en 31 december 1965, die vervallen zijn ' wanneer de verkoop van minstens één van de percelen niet vóór 1 oktober 1970 aan de registratieformaliteit is onderworpen ' (artikel 74, § 3, eerste lid, 1°), en, ten slotte, verkavelingsvergunningen afgegeven tussen 1 januari 1966 en 15 februari 1971 - datum van de inwerkingtreding van de wet van 22 december 1970 - die vervallen zijn ' wanneer de verkoop of de verhuring voor meer dan negen jaar, van minstens een derde van de percelen niet binnen vijf jaar, te rekenen vanaf de datum der vergunning, aan de registratieformaliteit is onderworpen ' (artikel 74, § 3, eerste lid, 2°).

5. betont, dass ein verstärktes Engagement der Europäischen Union gegenüber den betroffenen Ländern der südlichen Partnerschaft an die Verbesserung der Achtung der Menschenrechte, eine demokratische Staatsführung und Rechtsstaatlichkeit gekoppelt werden sollte; betont ferner, dass die erneuerten Bestrebungen der Europäischen Union ihren Niederschlag finden müssen in einer umfangreicheren, zielgenaueren und an Bedingungen geknüpften finanziellen Unterstützung, dem sogenannten Ansatz „mehr für mehr“ und „weniger für weniger“, echten Aussichten auf einen ungehinderten Marktzugang und eine künftige Marktintegration mit der Europäischen Union sowie intensivierten Mobilitätsstrategien einschließlich der Abschaffung von Visabeschränkungen, die sich nicht nur nach Bedenken in Bezug auf illegale Einwanderung richten, sondern auch auf eine Verbesserung der zwischenmenschlichen Kontakte ausgerichtet sein sollten;
5. benadrukt dat een groter engagement van de kant van de Europese Unie jegens de betrokken landen van het zuidelijke nabuurschap afhankelijk moet zijn van verbeteringen op het vlak van de mensenrechten, democratisch bestuur en de rechtsstaat; benadrukt dat het hernieuwde engagement van de Europese Unie moet worden weerspiegeld in méér en gerichtere voorwaardelijke financiële steun (een 'meer voor meer'- en 'minder voor minder'-benadering), reële vooruitzichten op onbeperkte markttoegang en integratie met de EU-markt en betere mobiliteitsstrategieën – inclusief de opheffing van visumbeperkingen – die niet alleen mogen worden gedicteerd door bezorgdheid over illegale migratie maar tot doel moeten hebben de contacten tussen burgers te verbeteren;

Sie erklärt sogar, dass wir noch mehr Globalisierung, noch mehr Liberalisierung brauchen, mit dem sogenannten Schutz der multilateralen Institutionen und Organe, die dazu bestimmt sind eine globale Regierung zu werden.
Er wordt zelfs gesteld dat we nog meer mondialisering nodig hebben, en nog meer liberalisering, met de zogenaamde bescherming van multilaterale instellingen en instanties die op den duur een mondiale regering zouden moeten vormen.

Dies gilt um so mehr, wenn, wie im Strukturdekret vom 4. April 2003, das von der sogenannten « Bologna-Erklärung » inspiriert war, eine grundlegende Reform des Hochschulwesens durchgeführt wird, die sich auf die Finanzierung der Hochschulen auswirkt, insbesondere wegen der Akademisierung der Hochschulbildungen zweier Zyklen.
Zulks geldt des te meer wanneer, zoals met het structuurdecreet van 4 april 2003, geïnspireerd op de zogenaamde « Bologna-verklaring », een fundamentele hervorming van het hoger onderwijs wordt doorgevoerd die een weerslag heeft op de financiering van de hogescholen, inzonderheid ten gevolge van de academisering van de hogeschoolopleidingen van twee cycli.

In bezug auf die sogenannten « kleinen » Parzellierungen unterscheidet Artikel 74 des Städtebaugesetzes zunächst zwischen Parzellierungsbewilligungen aus der Zeit vor dem 22. April 1962 - Datum des Inkrafttretens des Städtebaugesetzes -, die verfallen sind, « wenn der Verkauf von mindestens einem Drittel der Parzellen nicht vor dem 1. Oktober 1970 registriert ist » (Artikel 74 § 1 Absatz 4), und sodann Parzellierungsgenehmigungen, die zwischen dem 22. April 1962 und dem 31. Dezember 1965 erteilt wurden und verfallen sind, « wenn der Verkauf von mindestens einer der Parzellen nicht vor dem 1. Oktober 1970 der Registrierungsformalität unterzogen wird » (Artikel 74 § 3 Absatz 1 Nr. 1), sowie schliesslich Parzellierungsgenehmigungen, die zwischen dem 1. Januar 1966 und dem 15. Februar 1971 - dem Datum des Inkrafttretens des Gesetzes vom 22. Dezember 1970 - erteilt wurden und verfallen sind, « wenn der Verkauf oder die Vermietung für mehr als neun Jahre von mindestens einem Drittel der Parzellen nicht innerhalb von fünf Jahren ab dem Datum der Genehmigung der Registrierungsformalität unterzogen wird » (Artikel 74 § 3 Absatz 1 Nr. 2).
Wat de zogenaamde « kleine » verkavelingen betreft, maakt artikel 74 van de stedenbouwwet een onderscheid tussen, allereerst, verkavelingsakkoorden die dateren van vóór 22 april 1962 - datum van de inwerkingtreding van de stedenbouwwet - die vervallen zijn « indien de verkoop van minstens een derde van de percelen niet vóór 1 oktober 1970 is geregistreerd » (artikel 74, § 1, vierde lid), vervolgens, verkavelingsvergunningen afgegeven tussen 22 april 1962 en 31 december 1965, die vervallen zijn « wanneer de verkoop van minstens één van de percelen niet vóór 1 oktober 1970 aan de registratieformaliteit is onderworpen » (artikel 74, § 3, eerste lid, 1°), en, ten slotte, verkavelingsvergunningen afgegeven tussen 1 januari 1966 en 15 februari 1971 - datum van de inwerkingtreding van de wet van 22 december 1970 - die vervallen zijn « wanneer de verkoop of de verhuring voor meer dan negen jaar, van minstens een derde van de percelen niet binnen vijf jaar, te rekenen vanaf de datum der vergunning, aan de registratieformaliteit is onderworpen » (artikel 74, § 3, eerste lid, 2°).

14. Während beide Handelsmächte in der chemischen Industrie mehr oder weniger ebenbürtig sind, unterscheidet sich ihre Einstellung zu und damit auch ihr wirtschaftliches Interesse an den sogenannten Biowissenschaften erheblich.
14. Hoewel de twee economische grootmachten in de chemische industrie min of meer als gelijkwaardig kunnen worden beschouwd, is er een duidelijk verschil in hun houding en economische positie ten aanzien van de zogenaamde biowetenschappen.