19. vertritt die Auffassung, dass der Rat sich gegenüber dem Parlament herablassend verhielt, indem er ein Mitglied des Rechnungshofs ernannte, obwohl das Parlament eine negative Stellungnahme abgab; fordert den Rat auf, die Stellungnahmen des Parlaments zur Nominierung von Mitgliedern des Rechnungshofs und die Ausführungen künftiger Mitglieder des Rechnungshofs zu beachten, bevor sie nominiert werden;
19. is van mening dat de Raad laatdunkend is opgetreden jegens het Parlement door een lid van de Rekenkamer te benoemen ondanks het negatieve advies van het Parlement; roept de Raad ertoe op rekening te houden met de standpunten van het Parlement over de benoeming van leden van de Rekenkamer en met de verklaringen van de kandidaat-leden van de Rekenkamer alvorens zij worden benoemd;