11. bekräftigt das Recht des palästinensischen Volkes, in einem lebensfähigen souveränen Staat in Sicherheit zu leben, und das Recht des israelischen Volkes, in einem souveränen Staat innerhalb von sicheren, anerkannten und respektierten Grenzen in Sicherheit zu leben, wie es den Resolutionen 338 und 242 der Vereinten Nationen entspricht;
11. bevestigt nogmaals dat het Palestijnse volk het recht heeft in veiligheid te leven in een onafhankelijke en levensvatbare staat, en dat het Israëlische volk het recht heeft in veiligheid te leven in een onafhankelijke staat binnen veilige, erkende en geëerbiedigde grenzen overeenkomstig de resoluties 338 en 242 van de Verenigde Naties;