(4) Der Mitgliedstaat, der einen der in Absatz 2 genannten Fälle festgestellt hat, kann das Inverkehrbringen und die Inbetriebnahme der betreffenden Fahrzeugeinheiten, Bewegungssensoren, Schaublätter oder Fahrtenschreiberkarten bis auf Weiteres untersagen.
4. Een lidstaat die heeft vastgesteld dat een van de in lid 2 bedoelde gevallen zich voordoet, kan het in de handel brengen en het in gebruik nemen van de voertuigunits, de bewegingssensoren, de registratieblad of de betreffende tachograafkaart tot nader order opschorten.